De ‘geriatrificatie’ van Heerenleed

Square

Overal waar het gaat over de prachtige klasieke Nicholson jachten wordt erbij gezegd dat de vloot natuurlijk wel ouder wordt. En dat de ouderdom met gebreken komt. Dat klopt helemaal. Maar wat niemand erbij zegt is dat je de gebreken van een ouder wordend jacht prima kunt verhelpen en dat een ouder – en daarom meestal zwaarder – jacht ook meestal comfort op zeegang betekent, waar je met een jonger concept vaak de zee over stuitert.


Wat ook niemand erbij zegt is dat hun schippers, die zo blij zijn met hun comfortabele oudere zwaargewicht op groot water, zelf ook ouder geworden zijn. En dat je de bijbehorende gebreken in de regel niet meer kunt verhelpen. We moeten het op onze leeftijd allang niet meer hebben van het over dek rennen als een hinde om manoeuvrefouten met een stootwil of met even afhouden te compenseren. Wij moeten het van onze ervaring hebben en kunnen ons een hoop fouten gewoon niet meer veroorloven. Dus nauwkeurig sturen, weten wat je doet en weten wat je schip wel of niet kan of wil

aftakeling


Maar daar ben je er niet mee. De aftakeling slaat toe. De spierkracht laat het steeds meer afweten, vaak zijn twee handjes nodig in plaats van één en de overstag-knipkaart wordt langzamerhand korter. Toch willen we blijven zeilen. Nu is Heerenleed, een 48 voets kits van 20 ton, wel een beetje een handvol, dus je zou je kunnen afvragen of we niet kleiner en lichter moeten. Maar een handzamer schip betekent in veel gevallen ook een zenuwachtiger schip, en daar zitten we op onze oude dag niet op te wachten. En als je ziet hoe op veel van die boten het grootzeil weliswaar vanuit de kuip bediend kan worden, maar wel dubbelgevouwen onder een elegante en dus erg lage buiskap, dan snap je wel dat dat voor ons stramme lijf allang niet meer is weggelegd. Tenslotte heeft Heerenleed een overdekte kuip, en een ander, kleiner schip zou betekenen dat de zeilpakken weer uit de kast moeten komen. Dat vinden we niet aantrekkelijk. En nee, waag het niet om in mijn nabijheid het M-woord* in de mond te nemen als je niet van verbaal geweld houdt

lieren

We moeten dus andere maatregelen nemen. Ergonomisch zit onze Nicholson 48 goed in elkaar. De schootlieren voor de genua staan op de juiste plaats, die voor grootschoot en bezaan staan op ellebooghoogte op de achterhut vlak bij de achterkant van de (midden)kuip, het grootzeil wordt gehesen met een staaldraadlier waar je goed kracht op kunt zetten, weliswaar bij de mast, maar Heerenleed heeft ruime dekken en je kunt daar prima staan. De fokroller is hufterproof en wordt ingerold met een lier die oorspronkelijk ook voor staaldraad was bedoeld, maar waar wij al snel na aankoop van Heerenleed in 1999 een dunne kevlarlijn van hebben gemaakt. Ook deze lier staat onder handbereik aan de achterkant van de kuip.
Zover dus alles letterlijk kits.

We hebben de laatste seizoenen eens goed opgelet waar het dan minder goed zit.
Tijdens een recente ronde om Noord-Holland met veel tuig en veel wind en een misselijke golfslag op de Noordzee merkten we dat het aantrekken van de grootschoot niet zo gemakkelijk was. We hebben er een lier voor die niet zelfhalend is, dus je moet draaien aan de hendel met je ene hand en het halend part van de schoot vasthouden met de andere hand. En dat terwijl je eigenlijk liever de lierhendel met twee handen zou willen vasthouden. De bezaanschoot heeft hetzelfde probleem, maar het zeil is veel kleiner dus die kunnen we nog wel aan.

Bij aan-de-windse koersen wordt het doorzetten van de genuaschoot bij ietsje meer wind wel erg zwaar. Ook met twee handen moeten we een uiterste krachtsinspanning leveren om de genua op spanning te krijgen. Dat lukt nog wel, maar op één dag moet je dat niet te vaak willen. Dus kruisrakken? De knipkaart is zó op. En bij het overbelasten van een ouder wordend lijf heb je zomaar een blessure, waarvan het herstel veel langer duurt dan vroeger.

Het grootzeil wordt in de regel door Noud gehesen, en als dat op een dag een keertje vaker moet gebeuren dan komt er een moment dat hij aan de beademing moet. Het inrollen van de genua is meestal mijn taak, en bij wat meer wind komt Noud´s virtuele beademingsapparaat ook bij mij goed van pas.

bijboot

Dan hebben we het chapiter bijboot. Wij ankeren graag en vaak, en ook heel goed durf ik te zeggen. Maar soms moeten er boodschappen komen, of moet Heerenleed’s glamourplee geleegd worden (want ook in een glamourplee zit uiteindelijk gewoon poep en die moet je écht een keer kwijt), en het gebeurt ook dat we gewoon zomaar de wal op willen. Dan heb je dus een bijboot nodig. We hadden (tot hij letterlijk de laatste adem uitblies) een 3 meter lange Zodiac met houten vloeren, en toen hij overleed hebben we een Chinese lichtgewicht van 2.90m gekocht met een opblaasbare bodem. Dat bootje kunnen we prima hanteren. Het woont in het achterschip onderdeks, en het kan op het achterdek worden opgepompt en weer worden opgevouwen. Met z’n tweeën gaat het zó over de zeereling het water in, en we kunnen het aan één van de vallen aan de bezaansmast ook weer aan dek hijsen als we niet willen tillen.

Een ander verhaal is de buitenboordmotor. Tot voor kort hadden we een antiquarische Yamaha 3,5 pk luchtgekoelde tweetakt. Maar krijg zo’n zwaar loeder maar eens in je bijboot. Er bestond uiteindelijk een reëel risico dat Noud, die hem vanuit het gangboord moest aangeven, met motor en al overboord zou lazeren. Op mijn beurt liep ik datzelfde risico, want ik moest hem boven mijn macht vertikaal aanpakken, en hij moest in één beweging op de spiegel landen, om te voorkomen dat hij óf zou verzuipen – waarschijnlijk met mij erbij – óf een onherstelbaar gat in de nieuwe bijboot zou prikken. Allemaal behoorlijk stressvol, en iedereen die Noud kent begrijpt feilloos dat één en ander niet geluidloos verliep.

niet afhankelijk

Natuurlijk kunnen we rekenen op onze ‘vaste schipper´ Zeger. Een ex-MAROF van de Holland-America-Line, een hele sterke man in de kracht van zijn leven, met gigantisch veel kennis van zaken, die we tot familie hebben gebombardeerd. En hij is vaak aan boord van Heerenleed te vinden. Dat was eigenlijk stap 1 van de geriatrificatie. Dingen die te zwaar geworden zijn kunnen we probleemloos abdiceren, zolang we maar de dingen doen wie we wél kunnen, zoals schuren, antifouling zetten, het houtwerk onderhouden, kortom al die dingen die oude mannen op een werf kennelijk altijd aan het doen zijn.

Maar Zeger is er ook niet altijd bij, en we mogen – en willen – onszelf niet afhankelijk van hem maken om te kunnen varen. We hebben een inventaris gemaakt van wat er nodig is om Heerenleed gewoon te kunnen blijven zeilen.

problemen

Lier grootschoot: niet zelfhalend en dus onhandig want je kunt niet met twee handen draaien;
Lier bezaan: idem, maar in mindere mate;
Genuaschoot: met het formaat genua dat we hebben is het doorzetten van de schoot eigenlijk te zwaar geworden; dus aan de wind of kruisen gaat eigenlijk niet meer tenzij we op zee of op ander groot water zijn en heel lange slagen kunnen maken.
Grootzeil hijsen: meer dan 1x per dag alleen met beademingsapparatuur bij de hand;
Genua inrollen: idem of met lange pauzes om bij te komen.
Buitenboordmotor tillen: onaangenaam en binnenkort onmogelijk.

oplossingen

De simpelste en goedkoopste kwestie om op te lossen waren de lieren van de groot- en bezaanschoot. We hebben voor rond de €100 een setje van twee Barton Winchers gekocht. Dat zijn rubber ringen, die om de kop van de liertrommel gezet worden. Dat laatste was nog wel even een lastige klus, maar na wat zoeken op het internet kwam er een Youtube´je bovendrijven waarin dat gedemonstreerd wordt. De liertjes zijn nu min of meer zelfhalend. Zodra er op de schoot voldoende spanning staat en je de trommel vol wikkelt met de schoot, dan kun je inderdaad met twee handjes draaien. Het halend part van de schoot wordt bovenaan de trommel door de rubber ring naar buiten geduwd. Werkt prima.

Het doorzetten van de genuaschoot, het inrollen van de genua en het hijsen van het grootzeil vroeg om een eigen oplossing. Die was niet goedkoop. We hebben voor €1800 een elektrische lierhendel gekocht (de eWincher SE), die niet al te lomp is en die het zware draaiwerk uit handen neemt. Hij helpt bij het hijsen van het grootzeil en doet dat veel sneller dan Noud dat ooit kon. Hij draait de genua strak als we aan de wind moeten, hij rolt hem in als het daar tijd voor is en maakt al met al het leven een stuk gemakkelijker. En aangenamer. Intussen wordt het ding voor van alles ingezet: we hijsen er de genuahoes mee op, als we op een ondiepe plek de boot door de modder naar de wal moeten trekken gebruiken we hem, als we Noud de mast in moeten hijsen gaat dat zelfs nog (hoewel dat niet ideaal is met de onvertraagde staaldraadlier van het grootzeilval). En als we in voor- en najaar op de wal staan brengen we de giek naar buiten en maken een takel, zodat loodzware tassen met boodschappen ook moeiteloos naar boven kunnen hijsen. Want als we in Nederland zijn wonen we aan boord, ook vier meter boven de grond.

motor voor de bijboot

De buitenboordmotor was een probleem dat anders opgelost moest worden. Er moest wel iets komen, want de rubberboot is een kreng om te roeien. Net als bij de elektrische lierhendel hadden we een voorbeeld aan onze vrienden Donald en Annelies van de Nicholson 35 Navaho. Zij hadden al langer een elektrische hendel, en ze hebben voor hun bijboot ook een elektrische motor. Hun gebruik voor de bijboot is wat anders dan bij ons, wij liggen ook graag op groter water voor anker – zoals onder Vlieland – en dan is een kleine fluistermotor wat te zwak, zeker als er wind staat en het tij loopt. Na een flinke zoektocht en een mislukte koopactie via AliExpress (bleek scam) vonden we een tweedehands Torqeedo 1003, van het duurste merk elektrische buitenboordmotoren dat er is. We kochten hem voor €1000, hij is 5 jaar oud, maar lijkt weinig gebruikt. Het apparaat bestaat uit drie delen: het staartstuk met daarin de eigenlijke motor, gewicht 11 kilo, de accu, gewicht een kilo of 5, en de stuurhendel met de ‘gas’ hendel en het informatiedisplay, gewicht misschien een pond. Al met al heel erg hanteerbaar. Als de bijboot in het water ligt leggen we de onderdelen in het gangboord, zetten eerst het staartstuk aan de spiegel, klikken er vervolgens de accu en de stuurhendel aan, sluiten de kabels aan en Hey Presto! Het weegt allemaal weinig, we kunnen het prima aan en… geen gedonder meer met een benzinemotor die niet wil starten. Noud had daar sowieso altijd moeite mee, maar nu kan ook hij moeiteloos even de bijboot nemen om een boodschap te doen. En als bijvangst geen benzine en tweetaktolie meer aan boord.

Laden
Natuurlijk moeten de accu´s van zowel de eWincher als de Torqeedo wel regelmatign geladen worden. Ook als we voor anker liggen blijkt dat prima te gaan bij ‘aardig’ weer. We hebben in totaal 400Wp aan zonnepanelen aan boord, en op een dag met zon en wolken hebben we de accu’s van beide apparaten tegen het middaguur alweer vol. Daarna zijn de laptops aan de beurt en tegen het einde van de middag is alles vol, ook de 200AH 24V boordaccu´s en is de MPPT regelaar op druppelladen geschoten. Bij slecht weer wordt dat natuurlijk anders, maar dat zijn niet de dagen die we kiezen om leuk ergens voor anker te gaan.

budget
Het was allemaal niet goedkoop. We hoeven niet op een houtje te bijten, maar ons budget heeft grenzen. Toch vonden we na dit seizoen dat het allemaal zijn prijs meer dan waard was. We gebruiken de bijboot veel vaker dan we vroeger deden, ook als we aan de wal liggen. We zeilen op de genua met bakstagswind van Stavoren naar onze winterplaats in Drachten waarbij we voor elke brug de genua elektrisch inrollen kortom: groot succes. We hebben weer wat jaartjes toekomst met onze Heerenleed gekocht. De volgende stap in de ‘geriatrificatie’ wordt waarschijnlijk de montage van ‘granny-bars’ om het steeds wankeler wordend evenwicht te compenseren. Daarna heel misschien ook een boegschroef, als we ons over het gênante lawaai van die dingen heen kunnen zetten.

ieder zijn keus
We hebben natuurlijk goed gekeken naar de verschillende merken, zowel voor de lierhendel als voor de buitenboordmotor. Er waren heel wat mogelijkheden, en iedereen zal een andere keus maken gebaseerd op budget en gebruik. Wij zijn heel blij met onze keuzes, maar ook als je een voordeliger keus maakt zul je er een hoop aan hebben. Als je dit ook gaat overwegen, kijk dan niet alleen naar de prijs, maar ook naar de ergonomie van de hendels, en bij de motor: bepaal wat je nodig hebt en kies dan. De markt verandert snel en er zijn veel mogelijkheden.

*Motorboot

Comment

5 Replies to “De ‘geriatrificatie’ van Heerenleed”

  1. Leuk om weer bijgelezen te zijn en fijn dat alles zo meehelpt om het stramme proces te vergemakkelijken.

  2. Erg leerzaam maar blij dat ik het weer vergeten mag. Sterkte en succes bij en met deze geriatrificatie mannen.

  3. Mooie volledige update, al had ik in stukjes het uiteraard al gehoord. Voor historische vastlegging pleit ik nog wel steeds voor een linkje naar een foto bij “als we Noud de mast in moeten hijsen”

    1. Eens Suzanne! Ik wacht met smart op het filmpje

Comments are closed.