We waren wegens aanhoudend slecht weer al terug naar Jachtwerf Bolt in Drachten gevlucht, maar omdat de weersvoorspellers voet bij stuk houden dat er nog een nazomertje komt zijn we toch nog maar een keer losgebroken. Zeger is uitgenodigd zijn onderbroken verblijf aan boord te vervolgen en we halen hem af op het station van Grou, waar we intussen aan de kade liggen bij Zeilmakerij Molenaar. Het is 20 september. Dilemma was even het ‘waar gaan we naar toe met Zeger’. Een paar kundige extra handen aan boord geeft de doorslag. We gaan terug naar Vlieland. Het is één van onze favoriete plekken in Nederland en zo laat in het seizoen kan er qua weer natuurlijk van alles misgaan, maar nu we sterker bemand zijn is dat geen groot probleem. We vertrekken al voor negenen op donderdag want het is een flinke ruk naar Harlingen. Ik heb min of meer vrij, want Zeger staat heel graag aan het roer en ik vind het prima. Zeger is één van de weinige gasten aan boord die weet wat hij doet en het net zo goed – zo niet beter – kan dan wijzelf. Als we de Galle Brêge, de eerste brug in de staande-mast-route boven Grou bereiken – we moeten even wachten want hij begint kennelijk pas om 9 uur in dit seizoen – staat er een dame te fotograferen op de brug. Kennelijk heeft ze Heerenleed in haar zoeker, en we vragen of ze de foto opstuurt per email. Het blijkt natuurfotografe Greet van der Meulen (klik voor haar prachtige natuurfoto’s) en ze stuurde vlak voor het publiceren van dit postje twee messcherpe foto’s van Heerenleed op een prachtige nazomermorgen in Grou! Hartelijk dank, Greet!
Met uitzondering van de spoorbrug in de lijn Leeuwarden-Sneek/Harlingen, waar werkzaamheden zijn, draaien alle bruggen vlot vandaag. We hebben dus bij die ene spoorbrug drie kwartier oponthoud, maar we komen in de namiddag keurig op tijd in Harlingen aan. Het is springtij, en daarom gaan rond hoogwater de vloeddeuren voor de haven dicht. We moeten daar goed rekening mee houden, want als we naar Vlieland willen moeten we eigenlijk gaan varen als de ebstroom begint te lopen, en dat is rond hoog water. Omdat we er dan niet uit kunnen besluiten we wat vroeger te gaan. We hebben dan de eerste anderhalf uur wel tij tegen, maar dat wordt goedgemaakt doordat we een langere dag voor ons hebben. De laatste mogelijkheid is om half elf. De brug die de haven afsluit draait dan voor de laatste keer voor de sluiting van de vloeddeuren. Om elf uur liggen we buiten en we zeilen met een kleine oost-noordoostenwind het grootste gedeelte van de reis. In de Vliestroom draait de wind – er komt toch nog maar even een storing over – en op het Stortemelk hebben we hem tegen en komt er een bui over. We strijken snel alle zeilen omdat we geen zin hebben om dat straks in de stromende regen te moeten doen. Het weer ziet er grimmig uit, maar we zien een groot struk blauwe hemel aankomen vanuit het noordwesten.
Voordat we in de haven van Vlieland aankomen schijnt de zon al weer en lijkt het even écht nazomer te zijn.
Er is plaats genoeg in de haven, het seizoen loopt ook hier op zijn einde. We doen de vaste ronde naar en door Oost-Vlieland, en hebben weer even echt vakantiegevoel. De volgende dag – het is zaterdag – loopt de haven toch weer behoorlijk vol. Er is altijd van alles te zien in en om de haven, de veerboot komt langs, de reddingboot vaart uit – op haar gemak, dus er is kennelijk niemand in nood – en de ambulance/trauma-helikopter landt en vertrekt met iemand op een brancard aan boord. We konden de ambulanceverpleegkundigen aan het werk zien, en ze namen er rustig de tijd voor, dus het zal allemaal wel meegevallen zijn. In de middag maken we een wandeling over het strand van de oostpunt van Vlieland.
Bij ons vorige bezoek aan Vlieland met Toos in augustus heben we nogal wat foto’s gemaakt en hier gepubliceerd. Dat doen we nu dus maar niet nog eens. Maar ik heb wat beelden samengebracht in een video, waarbij ik wel merk dat de camera van mijn telefoon wat moeite heeft met scherpstellen bij een wisselend beeld. De kwaliteit is maar zozo, maar geeft toch een aardig beeld van een lome septemberzaterdag op Vlieland.
Op de oostpunt van Vlieland is een nieuw strandpaviljoen gebouwd wat we vanaf het water al gezien hadden. De Vliesloot, het vaarwater vanaf het Stortemelk onder Vlieland langs en dus onze route naar de haven, loopt daar pal langs het strand dus je hebt er een mooi zicht op. Het paviljoen, dat toepasselijk ‘Oost’ heet, is mooi vormgegeven zowel van binnen als van buiten.
We drinken wat en horen van de eigenaresse dat het paviljoen begin oktober wordt afgebroken voor de winter. Ongelooflijk als je ziet wat een leuke details de inrichting heeft. Dat moet allemaal weg. We vonden het leuk om een youtube-filmpje te delen van de bouw van het paviljoen en vonden en passant ook een youtube’je van het paviljoen zelf. Mooier dan zo kan ik het zelf met mijn foto’s niet laten zien!
Op zondag gaan we weer terug naar het vasteland. Ons seizoen loopt ook op zijn eind, en de weersverwachtingen zijn nog eens juichend met zon en 21 graden. Als we losmaken op Vlieland om half tien – de vloed loopt dus we hebben tij mee als we eenmaal uit de Vliesloot komen, is het stralend weer. Maar het is een klein beetje heiig, en als we op het Stortemelk varen – we motoren nog want dit deel is nog niet bezeild met oostenwind – zegt Zeger dat hij denkt dat er mist komt. En inderdaad, het ene na het andere jacht en de grote charterzeilschepen in de Vliestroom verdwijnen uit het zicht. Ik pak snel mijn telefoon met een elektronisch navigatie-appje, dat ons precies op de zeekaaart laat zien waar we zijn en waar de boeien liggen, en we duiken een dichte mist in. We sturen nét buiten de betonde vaargeulen, zodat we geen gevaar vormen voor een veerboot (en zij niet voor ons). Jachten zijn door hun vergelijkbare snelheid met die van ons niet zo gevaarlijk, en iedereen op het Wad vaart op tij, dus iedereen vaart op ongeveer hetzelfde moment de zelfde route. Weinig kans op tegenliggers want die zouden tij tegen hebben. Het gaat allemaal prima, en eigenlijk vrij relaxed met deze hulpmiddelen, maar het is wel goed opletten geblazen.
Als we in de buurt van Harlingen komen trekt de mist wat op en zien we een groot schip van Rijkswaterstaat uit de mist opdoemen maar even later is het weer weg. We vervolgen onze reis naar Kornwerderzand waar we door de bruggen en door de sluis moeten, het IJsselmeer op. Tijdens het wachten op de bediening krijgen we een zeiljacht langszij, waarvan de schipper ons vertelt dat hij was aangehouden door Rijkswaterstaat. Ze hadden niet mogen varen met zulk slecht zicht en werden begeleid tot het zicht beter werd. Wij verbazen ons over deze kennelijke bevoegdheid van Rijkswaterstaat. Maar Zeger en Noud zoeken het op en inderdaad, de Waddenzee blijkt door de overheid te zijn aangemerkt als binnenwater en het Rijnvaartreglement is erop losgelaten. Als je leest wat dat allemaal behelst moet je je afvragen of onze overheid wel eens ooit van achter haar volgeladen bureau vandaan komt om te kijken hoe het leven er in het écht uitziet. We hadden bij het invaren van de mist voor anker moeten gaan buiten de geul en moeten wachten op beter zicht. Ankeren op stroom is al niet zo simpel, maar wij hadden dat dus moeten doen in het Stortemelk. Dat wil je écht niet. De overheid leeft naast de werkelijkheid. Maar dat wisten we al.
De sluis van Kornwerderzand is druk, maar niet zo’n chaos als bij onze vorige passage met Leo. Na de sluis zetten we zeil, maar helaas kakt de wind helemaal in en de motor moet bij. Gelukkig worden we ditmaal niet besprongen door de beruchte IJsselmeermuggen. We varen door naar Enkhuizen, waar we langszij een Zweeds jacht gaan liggen. We hadden de eigenaars in Harlingen al gesproken, en hen uitgelegd hoe je in een getijhaven met lange lijnen moet vastmaken. Ze waren nog nooit een getijhaven zonder drijvende steigers tegengekomen. Nu maken we een babbeltje met een glas erbij, en geven een paar tips van te bezoeken plekken aan het IJsselmeer. Ze zijn op weg naar de Middellandse Zee, maar zijn te laat in het seizoen vertrokken en blijven nu de winter in Amsterdam Marina liggen. Ze hebben nog tijd genoeg dus ze kunnen nog van alles doen. Ze maken ons attent op een interessante navigatie-app, die we twee weken gratis kunnen uitprobeeren. Dat is meer dan genoeg voor de resterende dagen van het seizoen, maar met deze mistige dagen een welkome aanvulling op ons instrumentarium.
Op maandag gaan we door de sluis en zeilen naar Marken. We hebben redelijk zicht, en de wind zit bovenin 4, soms 5, en het is kil. Niks nazomer. Die heeft voor ons welgeteld 1 dag geduurd. gelukkig wel toen we op Vlieland waren. Maar we zeilen mooi en we zijn al op tijd op Marken, zodat we een fijne plek vinden aan de buitenkade bij WSV Het Y.
Zeger blijft nog eten en vertrekt dan met de bus naar Amsterdam. Wij liggen een dagje. Het zicht blijft de hele dag slecht en het is geen lekker weer. Deze zomer was qua weer beslist ver onder de maat, maar we zijn blij met de onverwachte toegift Vlieland!
Wat een gezellig verslag en ondanks dat ik Terschelling in mijn hart heb gesloten laten jullie Vlieland en jullie vaartochten, vooral de beelden met muziek vind ik erg mooi, mij toch even zien waarom Vlieland jullie aan trekt.
Voor mij is het eiland te klein maar er zijn hele mooie plekken. Ook de beelden van de strandtent Oost roepen bewondering op vooral het opbouwen. Dan te bedenken dat het wellicht nu al weer is “afgebroken” geeft een beeld van ondernemers met hun hart voor die plek anders kan je het vrees ik niet opbrengen.
Dank voor dit “naverslag”, eigenlijk het boeiendste dat ik deze “zomer”
las! Tiny
Ja, zo heeft ieder zijn ‘eigen’ favoriete waddeneiland denk ik. Vlieland is onze favoriet juist vanwege de kleinschaligheid en omdat het autovrij is, met uitzondering van een klein aantal auto’s die mensen beroepshalve nodig hebben. Schier is dat ook wel, maar heeft voor ons een minder mooie balans polder/bossen. Te veel polders dus. De strandtent Oost staat nu nog, maar dinsdag is de laatste opening, zo stond op een bord te lezen toen we daar waren. Ze zullen voor woensdag de kraan en de transportwagens wel geregeld hebben. Die moeten van het vasteland komen. Het hele ding gaat, net als bij de opbouw, in slechts drie delen uiteen. Die zijn wel heel groot, maar kunnen toch op een platte wagen vervoerd worden. Er is wel een kraan nodig om ze daar eerst op te zetten.
Hallo Noud en Peter
Dank voor de geweldige verslagen van jullie vaartochten door Nederland. Met die prachtige foto’s en filmbeelden, ik heb er erg van genoten!
hartelijke groeten,
Anneke
ik doe dat met plezier Anneke, maar het is af en toe ook leuk te lezen dat de lezers er van genieten! Een hartelijke groet terug!
Mooie verslag legging en heel mooie foto en filmbeelden erbij; heb ervan genoten.Vlielqnd is erg mooi, leuk het weer gezien te hebben. Goeie reis terug naar de Werf en daarna naar jullie winter verblijf op Madeira. Hoop jullie in 2018 toch weer eens te zien, groet Jelle
We geven de moed nog niet op Jelle. We zijn nog niet weg. Misschien kunnen we Alkmaar aandoen via de weg de komende weken.