ontmoetingen

Square

We liggen alweer een paar dagen voor anker in het Hellegat. Het valt op dat niet iedereen het ankeren erg serieus neemt. We zien een motorboot die bovenwinds van ons een anker met een eind lijn overboord kiepert, er nog een ankerboeitje achteraan keilt, en dat is het dan. Daar zijn we niet zo weg van, want als zijn anker gaat krabben hebben we de eerste kras op Heerenleed te pakken. Maar de wind draait gelukkig iets en neemt af, zodat er geen echt gevaar is. Maar het wordt tijd om weer eens verder te gaan. We hebben een dilemma. Zodra we in het zuiden van Nederland zijn krijgen altijd veel vragen met als strekking ‘waar zijn jullie? Dan komen we langs’. Allemaal erg gezellig, maar als we iedereen individueel willen ontmoeten, dan liggen we voortdurend stil in havens waar we eigenlijk niet willen zijn. Dus we gaan dat heel anders doen. We doen een boordborrel. Iedereen tegelijk, dan hebben we leuk iedereen gezien en we kunnen daarna ons eigen plan trekken. We plannen de borrel in Steenbergen en nodigen de hele familie en vriendenkring uit te buurt uit. Dus we varen van het Hellegat het Volkerak op (waar de eerste blauwalg alweer te zien is) en overnachten nog een keertje op de Steenbergse Vliet vlak bij het sluisje van Benedensas. Het is een beeldschone plek, en, afgezien van soms een brommend motortje van een voorbijgaand bootje, rustig en vredig. Vooral het uur na zonsondergang is zo mooi dat we er steeds weer terugkomen.

Op dinsdag zijn we op tijd in de haven van Steenbergen. We doen onze inkopen en zijn net op tijd klaar voor de eerste gasten komen. Het wordt een supergezellige borrel, en het is zo leuk, dat we helemaal vergeten foto’s te maken. Uiteindelijk sprokkelen we er toch een paar bij elkaar. Als laat in de avond iedereen vertrokken is zijn we het erover eens dat dit voor herhaling vatbaar is. De stille getuigen op de kaartentafel herinneren aan een superleuke party. We liggen nog een dagje op ons gemak in Steenbergen voordat we weer vertrekken.

welkom aan boord van Heerenleed
oude vrienden
en nieuwe vrienden
stille getuigen

De Marianne met Klaas en Petri zijn inmiddels ook in het zuiden van Nederland aangekomen. Zij kennen de Vliet alleen van lang geleden, dus we stellen voor dat we elkaar bij het Benedensas ontmoeten. We vinden een paar vrije palen, en maken vast voor de nacht. De volgende dag komt de Marianne rond het middaguur aan. We pompen de bijboot op. Samen met Klaas dokteren we uit hoe we de harde vloer er zo gemakkelijk mogelijk aan dek in kunnen wurmen. We hadden dat al een paar keer gedaan, maar nog nooit op het dek van Heerenleed, waar onvoldoende grote platte vlakken te vinden zijn. Maar nu weten we het en de volgende keer zal het wel gemakkelijker gaan. We doen een paar retourtjes naar een steiger bij de sluis, eerst om samen met Petri een rondwandeling te maken en later om Klaas op te pikken voor een drankje op het terras van het vroegere Bierhuis van de sluis. De nieuwe (oude en gekregen) bijboot is veel fijner dan de vorige die afgelopen zomer de geest gegeven heeft. Deze is belangrijk groter, maar aan dek toch nog redelijk goed op te bergen, en hij is lichter dan de oude. We hebben inmiddels ook een schitterende methode om hem te water te laten en weer aan boord te nemen: we hijsen hem met de stalen wegneembare tweede voorstag. En de overnachtingsplaats: een superplek, midden in de natuur met een monument vlakbij. We zijn hier dit jaar zeker niet voor het laatst. We schrijven inmiddels 3 augustus.

Op de Vliet, met op de achtergrond het Benedensas

Het oude veerhuis tegenover het Bierhuis aan de sluis van Benedensas
Marianne en Heerenleed gezusterlijk naast elkaar aan de palen in de Steenbergse vliet

4 Augustus staan we vroeg op. We willen naar St. Annaland. Dat is maar een wippie, maar de belachelijk krappe en idioot drukke Krammersluis zit ervoor. Die willen we dus rond negen uur ‘nemen’ voordat het druk wordt. Als we aankomen blijkt er een storing te zijn, de stuurboordskolk werkt niet. Maar we kunnen al snel in de bakboordskolk dus we zijn blij dat we vroeg zijn. We zijn rond half elf voor St. Annaland, en we gaan op onze vertrouwde en favoriete ankerplaats voor anker. Dit jaar liggen er weer meerboeien, maar die zijn natuurlijk allemaal allang bezet. Voor ons niet zo erg, maar de Marianne heeft een handbediende ankerlier, en ankerop gaan is dan flink zwaar werk. Maar helaas, er is geen boei vrij en ook zij gaan voor anker. De bijboot gaat te water en ik ga snel naar de dijk aan de overkant. Het is laag water en dus de beste tijd om oesters te rapen. Met een flinke lading en ook nog een maaltje alikruiken, die hier natuurlijk krûkels heten, weer terug aan boord. We halen Petri op voor een rondje dorp, en bij terugkeer pikken we Klaas op voor een aperitief aan boord van Heerenleed. Hier liggen we niet naast elkaar, maar ieder achter zijn eigen anker. Bij het oppikken van Klaas zien we dat zijn zwemtrap, die ook nodig is om in- en uit de bijboot te komen, helemaal scheef hangt omdat er een enorme bos zeewier aan is blijven hangen. Hij zit met een lijn geborgd, dus er is niets aan de hand. De net nieuwe (en helaas iets te korte) zwemtrap van Heerenleed is niet zo keurig geborgd, maar als we de kant in zicht krijgen waar hij moet hangen, dan hangt hij er ook, dus de wereld is in orde. We verorberen de oesters en de krûkels met een koud glas witte wijn (en nog een en…..) en uiteindelijk wil Klaas graag terug naar de Marianne. Hij heeft dit seizoen een gebroken pols opgelopen en de gevolgen zorgen voor nogal wat vermoeidheid. Als ik over stuurboord naar de bijboot kijk zie ik dat nu onze zwemtrap wel weg is. Door golven heeft de bijboot hem waarschijnlijk omhoog geduwd zodat hij over het potdeksel (de rand van het schip) is geduwd en gezonken. We behelpen ons met een horizontaal opgehangen stootwil, dat gaat ook, en we moeten in het najaar een nieuwe houten zwemtrap maken die echt voldoet aan de eisen.

Marianne voor anker in de Krabbenkreek
Met Petri aan de oesters en de krûkels
De avond valt over de Krabbenkreek.

Klaas en Petri vertrekken de volgende ochtend. Zij hebben GTL-brandstof nodig, en daarvoor moeten ze naar Zierikzee. Wij blijven nog liggen, ik raap oesters, we doen een boodschap, we maken een wandelingetje op de plaat maar moeten al snel weer aan boord omdat de vloed snel opkomt. Kortom, we zijn druk met niks, zoals altijd, en we zijn weer dol op deze ankerplaats. We drinken ook een biertje op het terras van het clubhuis, altijd gezellig bij Gina en Bert, die ons allang hadden zien liggen in de verte.

Heerenleed voor anker, gezien vanaf de plaat. Ons fijne bootje op de voorgrond
Noud op de plaat
Boodschappen gedaan. Clubhuis bezocht, Nu naar 'huis'.

Het wordt langzamerhand weer tijd om verder te gaan. We willen naar het Veerse Meer. We hebben nog een dag bezoek in het vooruitzicht. Onze vriend Julien uit Luxemburg komt naar Nederland. Hij maakt een rondreis met een vriend uit Lissabon, en hij heeft zijn grote hond Tayto bij zich. We willen zo leuk mogelijk liggen. Tayto is erg gemakkelijk en zal wel met de bijboot aan boord kunnen komen, maar het is voor het eerst dus… afwachten. We besluiten dat Veere een goede plek is. We gaan de Krabbenkreek uit en varen – eerst motoren want we gaan echt niet kruisen op onze ouwe dag in dit smalle water – naar de Zandkreeksluis. Die is ruim, dus we zijn er vlot door. Dan door over het smalle Veerse Meer richting Veere. Als we de laatste bocht omgaan worden we met hoge snelheid door een Trintella IV voorbijgelopen. Ik denk nog “waaghals, je gaat wel erg hard en je vaart ook buiten de geul”. Als ik me even omdraai roept Noud: ze zitten vast en willen hulp. Nu steken wij dieper dan een Trintella IV, dus heel voorzichtig manoevreer ik Heerenleed met het achterschip zodanig dichtbij dat er een lijn kan worden gegooid. De schipper wil dat ik hem er in zijn vaarrichting vanaf trek, maar ik peins er niet over om in de buurt van de ondiepte te komen. Dus ik trek dwarsuit en al snel is de Trintella los. Hij heeft in eerste instantie een probleem met zijn roer (waarschijnlijk rotzooi erin) maar dan is het goed. We gooien los, maar de schipper laat ons nog even wachten. Hij duikt naar onderen en komt even later met een fles tevoorschijn. Noud wil hem eerst niet aannemen maar ik sis “aanpakken!”. Het blijkt een fles champagne.

We varen door, en de Trintella gaat de haven van Veere in. Wij gaan voor anker want die haven puilt weer eens uit. We willen wél blik op Veere, maar we willen geen kermis en herrie. Het water is wel diep hier, dus we moeten veel ketting steken, maar als we liggen dan liggen we goed. De bijboot gaat overboord en de motor wordt eraan gehangen. We zien vlak bij een vrij steil strandje, waar je min of meer met droge voeten van de wal in de bijboot kunt. Dat is mooi. Morgen komt Julien dus we weten wat we moeten doen. Ook dit is een prachtige ankerplaats. Ons uitzicht is fantastisch, en bij zuidwesten wind, en die hebben we, liggen we hier uitstekend.

Heerenleed heeft haar goede daad gedaan: de Trintella is weer vlot!
Prachtig uitzicht op Veere
Midden: Heerenleed voor anker bij Veere.

We besluiten de volgende dag – woensdag 7 augustus alweer – met het bijbootje naar ‘ons’ opstapstrandje te varen en daar het bootje met ketting en hangslot vast te ketenen aan de staalkabel met boeitjes die het zwemstrand-gedeelte afbakent. Ze hebben ooit een bijboot van ons gestolen, en dat gaan we voorkomen. Als we over de markt in Veere wandelen om te kijken of er nog altijd geen levensmiddelen te koop zijn in Veere (niet dus, de laatste supermarkt is nooit meer vervangen) komen we Julien al tegen. We maken een ronde door Veere, vreselijk leuk, en hij en Hugo vinden het schitterend. Dan gaan we wat drinken op het terras van het clubhuis van de haven. We moeten even wachten, want Zeger is ook onderweg. Hij had een beetje een off-day en had wel zin in een beetje gezelligheid en een bootje bootleven. Wij zijn altijd blij als hij er is, zeker nu weer met een experiment met gasten-met-hond overzetten. Zeger is sterk en overziet bovendien alle handelingen in en om het schip. Dat kan nét het verschil maken. Maar alles gaat prima. Eerst Noud en Zeger aan boord gebracht, en toen terug om Julien en Hugo en natuurlijk Tayto op te halen. Tayto is een super gemakkelijke hond, een echte lobbes die alles best vindt. Dus hij kan met relatief weinig moeite in de bijboot worden gezet, en dan met ook niet teveel moeite uit de bijboot aan dek worden gezet. Het is inmiddels flink gaan waaien, dus we zijn heel blij dat Heerenleed alweer als huis ligt en niet van haar plek komt. Het is allemaal vreselijk gezellig. Ik ga nog even met de bijboot terug naar ons strandje. De staalkabels met zwemboeitjes zijn overdekt met mosseltjes. Ik hal een puts vol, en we hebben nog het net met levende oesters uit St. Annaland waar we gisteren niet meer zo’n zin in hadden. Julien is dol op mosselen, niet op oesters, maar Hugo wel en hij had ze al heel lang niet gehad. Zeger is niet zo van de zeevruchten, maar de mosselen op deze manier gekookt en als snack gegeten vond hij toch wel lekker. Het is waar: verser kan niet en lekkerder zijn ze niet te koop. En de champagne komt fantastisch van pas!

Al met al een superdag, voor Julien en Hugo niet helemaal zonder avontuur. (Tayto is de flegma zelf en hij vond alles leuk.) We sluiten af met een Spaghetti Bolognese en brengen de jongens en de hond weer terug naar de wal. Het is inmiddels echt hard gaan waaien, dus we zien af van nog een koffie met hen op de wal, omdat we het niet verstandig vinden Heerenleed voor anker alleen te laten met zoveel wind. Zeger blijft slapen, en op donderdag gaan we ankerop en nemen de wijk naar Kamperland. We willen wat boodschappen doen, maar we willen vooral schuilen voor de harde wind die is voorspeld.

Julien en Tayto

Samenscholing op het voordek!

mosselen en oesters: Zeelands cadeautje! En champagne!

Zoals gezegd varen we donderdag naar Kamperland. Dat ligt tegenover Veere, lang niet zo pittoresk maar er zijn wel winkels. We moeten echt een goed heenkomen zoeken want de weersverwachtingen zijn niet best.
Zeger parkeert Heerenleed weer helemaal perfect aan een steiger. Wel lastig dat dit een lagerwal-steiger is, maar we liggen veilig en we zullen de stootwillen in de gaten moeten houden. We gaan met het voetgangers- en fietspontje terug naar Veere, want daar staat Zeger’s auto. Hij rijdt ons terug naar Kamperland en na nog een drankje aan boord gaat hij terug naar Amsterdam. Vlak voor ons vertrek van de ankerplaats heb ik de nog resterende mosselen geoogst. Ons kostje voor vanavond is gekocht!

Mosselen van eigen pluk! Frietje uit de airfryer. Klaar!

Wij hebben vrijdag nog respijt. het regent af en toe een beetje maar de wind houdt zich nog in, dus we doen boodschappen met de leenfietsen van de haven, en de boodschappenkar die we erachter hangen. Met een Aldi en een Albert Heyn komen we niet van honger om. En met de slijter naast AH ook niet van dorst. Dan is het zaterdag. Ik wordt al vroeg wakker want we maken flink slagzij met de dwarswind. Het is nog niet zo erg, maar ik ben erg benieuwd of onze windgenerator nu doet wat hij hoort te doen. De wind trekt aan, het wordt erg lawaaiig in de haven van gefluit en geklapper. Maar de windgenerator houdt de koelkast niet eens bij. Dat is het minste wat hij zou moeten doen. Nou ja. Het was een gok, en het blijkt een zeper. We gaan in het najaar eens een deskundige raadplegen. Misschien is er nog iets te bereiken met een betere regelaar.

We moeten halverwege de dag een beetje gaan schuiven met stootwillen, en dat valt niet mee want we hebben een volle storm en Heerenleed wordt stijf tegen de steiger aan gedrukt. Maar met hulp van een buurman hier (die we nog herkennen van onze tijd in Steenbergen lang geleden) en een door hem uitgeleende dikke stootwil zullen we het wel overleven. Morgen zullen we hier ook nog wel liggen. We zijn onderhand doodmoe van de wind, die mag nu wel gaan liggen maar zal dat voorlopig nog wel niet gaan doen…

Comment

One Reply to “ontmoetingen”

  1. Leuke Blog weer, goed dat ’t waait, anders geen tijd hiervoor.
    Nog fijne dagen op jullie boot.

Comments are closed.