Eén zwaluw?

Square

Eén zwaluw maakt nog geen zomer. We zijn nog altijd in Kamperland en de wind en regen houden voorlopig niet op. We zijn blij dat we liggen, hebben gezellig contact met Roos en Ronald, die we dus nog kennen uit Steenbergen en die naast ons liggen. Zij liggen hier nu permanent met hun klassieke Storebrø motorboot. We vragen hen op de borrel en we halen uitgebreid herinneringen op uit Steenbergen (ja, dat krijg je als je ouder wordt) en we zijn niet te beroerd om ook de laatste roddels door te nemen. Zij hebben op zaterdag hun laatste dag aan boord (voorlopig) maar met dit rotweer blijven wij gewoon liggen. De zwaluwen vliegen laag, en het zijn er honderden. Maar zomer? Ho maar! We blijven intens gelukkig met de eindelijk dichte ramen.

Als het eindelijk droog wordt besluiten we even een paar fietsen te lenen bij de havenmeester om wat boodschappen te gaan doen. Dan staan opeens Julien en Hugo met Tayto op de kade. Zij hebben net zoveel last van het rotweer als wij, en ze wisten waar we lagen dus ze brengen ons nog een bezoekje. En: Julien rijdt ons naar de winkels! dat scheelt en hoop hard trappen tegen de nog altijd forse wind in. Ze blijven gezellig eten en Tayto is blij dat hij niet in de bijboot hoeft!

Heerenleed heeft weer gasten: Julieng Pinong and Hugo Silva

Uiteindelijk is de storm uitgeraasd – het is intussen 13 augustus – en besluiten we te vertrekken. We weten dat Chiel en Anneke Bolt met hun motorschip Boltstjurrig in de buurt. Dat wil zeggen, ze komen richting zuiden en we proberen iets gezelligs af te spreken. We zeilen met een klein tuig en met een bloedgang richting Zandkreeksluis. We willen aan de steiger die we daar kennen een poosje gaan liggen, want omdat de masten van boord zijn geweest merken we dat we de verstaging moeten aanspannen. Die is in de afgelopen maanden wat opgerekt en de mast beweegt in de mastkoker bij golfslag. De Oosterschelde zal niet rustig zijn bij de heersende wind, dus die verstaging is belangrijk. Als we voor de Zandkreeksluis, aan de oostkant van het Veerse Meer, aankomen blijkt een deel van de steiger weg te zijn. Dat was nou net het enige deel waar het voor ons diep genoeg was. Uiteindelijk maken we vast aan de dukdalven voor de sluis. Het is nogal druk en met een straffe wind op de kont willen we wachten tot het wat rustiger is voordat we de sluis ingaan. Dan zal het getij voor ons ook iets gunstiger zijn. We gebruiken de ‘pauze’ om het want op spanning te brengen, en de masten staan weer goed. Dan is het vijf uur, de rust in de sluis is weergekeerd en we gaan er door, de Oosterschelde op, waar we de zeilen zetten en met het tij gedeeltelijk mee en gedeeltelijk tegen zeilen we via het Engelse Vaarwater en de Oosterschelde richting Krammersluis. Het is een stevige zeiltocht maar we hebben een verstandig tuig staan dus Heerenleed heeft nergens last van!

Langzamerhand wordt het rustiger en uiteindelijk moeten we de laatste paar mijlen motoren om nog voor donker bij de Krammersluis te zijn. Dat lukt nog net, en, feestje, we liggen er alleen in. Meestal is deze sluis het tafereel van chaos en bloeddorstigheid wegens een te kleine kolk en te grote drukte. Na de sluis gaan we meteen aan de wachtsteiger liggen voor de nacht. We hebben met Chiel en Anneke afgesproken dat we elkaar morgen treffen bij het oude sluisje van Benedensas. Dan gaan we daarna door en liggen samen in Steenbergen om bij ons aan boord mosselen te eten!

alleen in de Krammersluis! Wat een feest!

Aan de wachtsteiger voor de nacht.

Na een rustige nacht lijkt het weer iets beter te zijn. We liggen hier eigenlijk illegaal, maar oogluikend wordt het overnachten hier toegestaan. Wel zaak om het lot niet te tarten en op tijd te vertrekken. We zeilen richting Steenbergse Vliet, en dan nog wat naar het noordoosten Chiel en Anneke tegemoet. Als we van hen horen zijn ze met net bij de Volkeraksluis, dus we besluiten naar binnen te gaan en aan de gloednieuwe dagsteigers bij het Benedensas op hen te wachten. We zijn verrast over de prachtige nieuwe steigers, en het is er zelfs voor ons diep genoeg. Na een klein uurtje lopen Chiel en Anneke met hun Boltstjurrig binnen en we drinken koffie bij hen aan boord. Dan doen we een wandeling langs de sluis en de mooie natuur en maken dan los om naar Steenbergen te varen. We hebben al gebeld, het ligt bomvol, maar havenmeester Dirk-Jan regelt een paar super plekken voor ons!

aan de nieuwe steigers in het Benedensas

We hebben een supergezellige dag met Chiel en Anneke, met, zoals gepland, mosselen eten tot slot aan boord van de Heerenleed. Ze blijven maar één nachtje liggen want ze willen nog wat verder Zeeland in. Wij liggen nog een dag. We hebben wat discussie gehad over de volgende etappe. Noud wil vreselijk graag naar de Biesbosch terug. Ik zie erg op tegen al de bruggen die dan eerst besproken moeten worden. Maar uiteindelijk ga ik door de bocht. Dus we gaan op ons gemak richting Volkerak en daar liggen we één of twee dagen. We maken nog wat plaatjes als we door het Benedensas varen. Het blijft een prachtig en favoriet stukje Nederland.

Het oude bierhuis, nu een leuk restaurant.

Het oude veerhuis
Dag, Steenberse Vliet! Mooi blijven!

We gaan uit van twee nachten voor anker in het Hellegat. Maar als we uit de Volkeraksluis komen blijkt dat er aan de binnenkant van de wachtsteiger plaats voor ons is. Het is daar altijd vol, dus we denken dat het misschien leuk is om een keer daar te liggen, dan kunnen we ook eens aan wal. Zo gezegd, zo gedaan. Maar we doen het niet weer. De steiger beweegt op de lichte golfslag, en hij bonkt. En de snelweg ligt vrijwel boven je hoofd. Intussen is het beestenweer geworden. We horen van Chiel en Anneke, die hebben hun terugtocht naar Drachten weer aanvaard en zullen in de loop van de ochtend door de Volkeraksluis komen. We verruilen onze luie pijama voor buitenkleren om ze op de sluis even uit te zwaaien. Daarbij krijgen we een stortbui over ons heen. Als ze verder het Hollands diep opvaren gaan we gauw weer aan boord en trekken de natte kleren maar weer uit en de pijama’s maar weer aan!

Na twee nachten vinden we het wel welletjes, en we bellen voor de bruggen over de Beneden Merwede. We hebben nogal wat documentatie maar die blijkt niet up-to-date. Het leek erop dat we na de spoorbrug van Dordrecht twee uur moeten wachten voordat we de Papendrechtse brug kunnen nemen. Dan is het nog een half uur naar de Baanhoekbrug, de spoorbrug tussen Dordrecht en Sliedrecht. De Dordtse spoorbrug blijkt een uur later te draaien. Mooi, want aan de zuidkant is een wachtsteiger. Zo hoeven we niet eindeloos op een drukbevaren rivier rondjes te draaien tot de brug opent. Na Dordt verloopt alles vlot. We passeren de bruggen vlot. De Beneden Merwede heeft aan de noordoever een industrieel, en aan de zuidoever een Biesbosch-karakter. Prachtig om te zien, en uiteindelijk ronden we de kop van de Nieuwe Merwede bij Werkendam. Aan het eind van de middag worden we door de Biesboschsluis naar binnen geschut en begint wat een prachtig verblijf in dit bijzondere gebied zal worden.

de Baanhoekbrug gepasseerd!

de Zuidoever van de Beneden Merwede is Biesbosch-achtig
Werkendam, aan de kop van de Nieuwe Merwede
voor anker in het Spijkerboor.

We gaan zitten met een glaasje en zien de nacht vallen. We liggen op een prachtige ankerplaats, en alleen de oude Amercentrale, die over een paar jaar zal worden afgebroken, herinnert aan menselijke activiteiten in de stille en schitterende natuur terwijl de nacht valt. Vergeet vooral niet om het onderstaande panorama, dat je 360 graden laat rondkijken, op je volledige scherm te bekijken.

Comment

3 Replies to “Eén zwaluw?”

  1. Hoi Noud en Peter, Heerlijk, om tijdens een stortbui hier, jullie blog te lezen. Jullie zijn bevoorrecht om op deze manier door Nederland te varen. Eigenlijk is dit een HEEEEEL lange vakantie! Ennuh Peter af en toe wat toe geven(Biesbosch), voor de liefde!!!hmmmmmmmmmmmm. En dan in oktober weer naar de vaste wal op Madeira, bevoorrecht dus!, Het is jullie van harte gegund.GENIET ER NOG VAN, enkele weken hier in Nederland. lieve groeten van ons.

  2. Wat weer ee mooi stuk om te lezen. Maar wat een mooie video’s van een prachtig schip de BOLTstjurrich. Wat een gezelligheid om elkaar te treffen onderweg. Tot de 20e toch?

    1. Dank je Anneke. Was hoog tijd, en ik loop nog twee afleveringen achter. En het was inderdaad supergezellig om elkaar te treffen, zo midden in de wereld! Vandaag was toch pokkeweer dus een mooie dag om te schrijven. En ja, vóór de 20ste zijn we zeker terug. En ja, mooi hoor, die BOLTstjurrich. Bijna net zo mooi als Heerenleed, die tot op de dag van vandaag – afkloppen – nog geen krassen heeft!

Comments are closed.