In het laatste verhaal over onze reis naar de Oostzee zijn we blijven hangen in Dokkum. Maar het seizoen is nog lang niet afgelopen, dus jullie hebben nog een verhaal tegoed, ook al komt dit hoofdstuk wel laat.
We merken wel dat de laatste week behoorlijk veel energie heeft gekost, dus we blijven een paar dagen liggen. We eten gezellig over en weer met en bij onze vrienden Sybe en Nienke, die we kennen van Madeira en die een deel van het jaar in Dokkum wonen. We krijgen ook een oergezellig verrassingsbezoek van onze oude vrienden Peter en Eveline, en met hen spreken we af samen aan boord van Heerenleed naar het Skûtsjesilen te gaan kijken. Er zijn verschillende opties, maar hun voorstel voor de Veenhoop lukt in de tijd niet. Achteraf maar goed ook, want die wedstrijd wordt wegens te harde wind afgelast. Wij varen na een paar dagen Dokkum door naar Leeuwarden. Daar willen we een nachtje liggen. Onderweg komen we langs Bartlehiem, zoals altijd, en natuurlijk ook langs het pontje van Wyns. Wat we nu weten is dat Sybe, als hij en Nienke in Nederland zijn, als vrijwilliger schippert op dat pontje, de Wynser Oerset (de overzet van Wijns in het Nederlands). Maar vandaag is hij vrij. Toch maar even een paar foto´s maken. Als we langs de Prinsentuin in Leeuwarden komen ligt het er bomvol. Daar hebben we absoluut geen zin in, dus we besluiten door te gaan naar Grou, waar de kades ook bomvol liggen. Geen probleem, op het Pikmeer kunnen we voor anker dus dat doen we dan maar.
Sneek
Na een nachtje Pikmeer gaan we door naar Sneek. We liggen daar oergezellig aan de Stadsgracht, inderdaad midden in de stad, vlak bij de Harinxmabrug, en we blijven twee nachtjes liggen. Bijkomen van de vermoeienissen. Mooie gelegenheid om even breeduit boodschappen te doen, de Poiesz is vlakbij. We verbazen ons over het belachelijk formaat motorboten dat zich door de stad perst.
Heeg
Zondagmorgen gaan we op tijd weg. Het is 13 augustus, morgen hebben we afgesproken met onze lieve vrienden Peter en Eveline om op het Hegermeer naar het Skûtsjesilen te gaan kijken. We wilden oorspronkelijk meteen al voor anker op het meer, en dan ’s morgens met de bijboot naar de wal om Peter en Eveline op te pikken. Uiteindelijk doen we dat niet. We weten niet precies waar de wedstrijd gevaren gaat worden, dus het kiezen van een ankerplaats is een gok. We gaan in de passantenhaven van Heeg in een box liggen, en dat is niks te vroeg want het loopt aardig vol. Als Noud het havengeld gaat betalen zegt de havenmeester dat we onze plaats wel kunnen vrijhouden als we morgen het meer opgaan. We krijgen een bordje ‘gereserveerd’ dat we aan de kade moeten hangen. Handig. Zo kunnen we op ons gemak het meer op, en ook weer op ons gemak terugkomen wanneer we er aan toe zijn.
Superhandig, dus dat doen we. We zorgen voor drankjes en hapjes voor tijdens de wedstrijd, maar we zien dat Peter en Eveline dat ook gedaan hebben, gezien de hoeveelheden proviand die ze bij zich hebben. We zijn op tijd de haven uit en ankeren aan de rand van de wedstrijdbaan. Het is niet moeilijk te zien waar dat is, gewoon aansluiten aan de rij geankerde schepen die al eerder aankwamen. We liggen eerste rang. Voor ons komen nog wat kleine open boten waar we gemakkelijk overheen kijken. Het was een dag vol gezelligheid met een prachtig zicht op de skûtsjes.
favoriete plekken
Omdat we een flink part van dit seizoen op de Oostzee waren hebben we nog weinig van onze favoriete plekken kunnen bezoeken. Eén ervan is een baaitje – je kunt het ook haventje noemen – op de Nye Kruszpole, een eilandje in de Fluessen. Vanaf Heeg niet ver, en we merken dat we nog steeds in de uitblaas-fase zitten. De bramen dragen rijk op het eilandje, met als resultaat een aantal potjes verrukkelijke jam.
natuurlijk Marken
Van hieruit gaan de volgende dag door. We willen natuurlijk naar Marken, want daar waren we nog niet geweest op onze omzwervingen dit jaar. Maar de wind werkt niet zo mee, en we maken een tussenstop in Enkhuizen. Dat komt mooi uit, we halen alvast mosselen want we hebben op Marken afgesproken met onze vrienden Klaas en Petri (Nicholson 35 Marianne). Petri is dol op mosselen, maar Klaas kan er niet tegen dus we hadden haar beloofd dat we mosselen zouden koken. En voor Klaas een lekkere biefstuk. Het was een gezellig weerzien, we hadden elkaar al lang niet gezien.
puzzelen
We zijn flink aan het puzzelen. Als ik het over omzwervingen heb dan zijn dat geen willekeurige plekken die we aandoen. De oplettende lezer (met dank aan Tom Poes) weet natuurlijk nog dat Noud een (halve) tand kwijtgeraakt is in juni. Om de restauratie op tijd voor ons vertrek naar Madeira klaar te hebben heeft hij een eerste tandartsafspraak in Drachten. Drachten is vanuit Lelystad redelijk te bereiken met het openbaar vervoer. Dus het plan is om vanuit Marken naar Lelystad te zeilen in gezelschap van de Marianne, die Lelystad als thuishaven heeft. Klaas brengt Noud dan naar het station en haalt hem aan het eind van de middag daar ook weer op. Voor het vertrek van Marken komt Zeger ook weer aan boord. Hij brengt goede vriend Jelle mee voor een leuk rakje zeilen. Er staat flinke wind, dus we worden niet teleur gesteld. We maken over en weer een video en het ziet er heerlijk uit. Aan het einde van de dag zitten we nog gezellig na met een hapje en een drankje en vertrekken Zeger en Jelle weer naar Amsterdam.
Marker Wadden
We hebben nog een dag speling voor Noud´s tandartsbezoek, en we gaan een dagje spelevaren met de Marianne. Voor ons een ´trip down memory lane´. Zoals sommigen wel weten hadden wij vroeger ook een Nicholson 35, en zoals je kunt zien in het filmpje is het een elegant jacht. We genoten van een lichtweer-rondje Marker Wadden met onze vrienden op de heerlijke Nic 35 Marianne.
De volgende ochtend – we schrijven inmiddels 21 augustus – heeft Noud zijn afspraken in Drachten en de zusjes Nicholson blijven liggen in Lelystad. Klaas doet het rustig aan, ik ga met Petri naar Batavia-stad, een ‘outlet’ waar een paar nieuwe bootschoenen scoor. Dan weer terug naar de haven, waar Noud aan het eind van de middag ook weer terug is met een plan van aanpak en een vervolgafspraak bij de tandarts. Die valt over precies een week, en we besluiten daarvoor naar Kampen te varen. Daar waren we verleden jaar ook, en dat was goed bevallen. Maar we hebben nog wat tijd, dus we gaan eerst nog een nachtje samen met de Marianne voor anker bij de Marker Wadden. Weer een mooie dag, we liggen op een prachtige plek en we worden beloond met een prachtige zonsondergang.
De volgende ochtend gaan we ankerop en zeilen naar Enkhuizen. Dat lijkt onlogisch als je naar Kampen wilt, maar de windrichting was zodanig dat de omweg een snellere en leukere tocht zou betekenen. Bovendien zijn de wachttijden voor de sluis in Lelystad soms erg lang, terwijl je er bij Enkhuizen zo door bent.
IJsseloog
Voordat we naar Kampen varen stoppen we nog een nacht bij het IJsseloog. Het IJsseloog is een eiland, gemaakt als opslagplaats voor vervuild slib, maar de randen zijn prachtig bebost en naast het IJsseloog zelf ligt nog een kleiner eilandje dat ook rijk begroeid is. Tussen dat eilandje en het IJsseloog ligt een smal watertje waar je prachtig voor anker kunt. Je ligt er bij vrijwel alle windrichtingen beschut en het uitzicht is prachtig. We lagen er natuurlijk niet alleen, maar uiteindelijk is er genoeg ruimte en als de natuur verstilt bij het vallen van de avond is het echt genieten daar.
Het is gewoon één van de mooiste ankerplaatsen in Nederland die we kennen. De stilte, de beschutting tegen wind uit bijna alle richtingen en tegen golfslag rondom, met meer dan genoeg diepte. En, niet onbelangrijk, we hadden er geen last van muggen, terwijl je die hier wel zou verwachten. Na een mooie avond en een rustige nacht gaan we ankerop. Al snel komen we
Kampen
We varen het kleine stukje IJssel op tot Kampen, maar pas nadat we de havenmeester hebben gebeld dat we er aankomen. De Nieuwe Buitenhaven, waar de vereniging De Buitenhaven is gevestigd, is krap en we behoren hier tot de grote jachten. De havenmeester regelt altijd een plek, maar je moet wel even laten weten dat je komt, dan houdt hij een plaatsje vrij. Ook deze keer is het prima geregeld. We liggen achter het terrein van de Kamper Kogge, waar een replica van een Kamper Kogge is gebouwd en in de vaart wordt gehouden.
We krijgen gezellig een bezoekje van vriend Hans, die de kleinste Nicholson in onze Nicholsonkring heeft en er – meestal solo – heel wat mijlen mee maakt, vaak ook op zee. Zijn thuishaven is Kampen. We waren hem al tegengekomen vanmorgen en zodra hij weer op zijn plek ligt stapt hij aan boord voor een biertje. Ook krijgen we een gezellig bezoek van mijn nichtje Elsbeth, waarmee we sinds het overlijden van mijn favoriete tante Greetje frequent contact mee hebben. Zo dient Kampen meer dan één doel. Na een paar dagen Kampen, met op de laatste dag een retourtje Drachten voor Noud voor zijn tweede tandartsafspraak, vertrekken we weer. We gaan naar Marken, en van daar door naar Durgerdam voor de jaarlijkse bijeenkomst van de Nicholsonkring. We nemen weer de route via Enkhuizen, waar we een stop maken voor de nacht. De wind is zuidwest, maar draait als het goed is ergens komende nacht naar noordwest. En dat gebeurt, zodat we de volgende dag met een goede wind naar Marken stuiven.
Durgerdam
Laat in de volgende middag – het is inmiddels donderdag 31 augustus – komen Annelies en Donald met hun Nicholson 35 Navaho langszij en dat staat natuurlijk garant voor veel gezelligheid. Zij zijn natuurlijk ook op weg naar Durgerdam en op vrijdagmorgen vertrekken we min of meer tegelijk uit de haven van Marken. Zeger is inmiddels ook weer aan boord want hij mag op de Nicholson bijeenkomsten natuurlijk niet ontbreken.
Het is rustig weer maar de wind is niet ongunstig dus we zeilen met een kalm gangetje naar Durgerdam waar we ons voegen bij de vloot. Voor een beeldimpressie van het weekend dat volgt kun je hier terecht.
Na een heel gezellige Nicholson-reünie vertrekken we richting Amsterdam. Zeger moet naar huis en er is geen bruikbaar openbaar vervoer in Durgerdam. Dus we varen naar Amsterdam Marina, vlakbij het pontje dat Zeger naar zijn kant van Amsterdam brengt. We liggen nog met drie Nicholsons in de Oranjesluis, de Nic38 Svalbard Sun die naar IJmuiden moet, de Nic31 Camelot die voor de lange terugreis staat naar Brouwershaven en wij. Als Zeger van boord is gegaan nemen we het pontje dat ons naar de Houthaven brengt. We gaan even op verrassingsbezoek bij Ad en Lieke op de Camelot, die nog moeten wachten tot 02.00 uur vannacht voordat hun konvooivaart door Amsterdam begint. Het worden paar gezellige uurtjes die het wachten voor hen ook wat inkort. We eten die avond bij Zeger en de volgende ochtend vertrekken we weer uit Amsterdam.
Toplicht
We moeten nog naar Harlingen. Deze zomer hadden we immers schade aan het potdeksel opgelopen in Denemarken, en we hebben besloten de verhaalkam, die daarbij overboord ging, niet meer te vervangen, maar in plaats daarvan kluisgaten te maken die minder kwetsbaar zijn. De enige leverancier voor de metalen kluisgaten, Toplicht, zit in Harlingen. We kunnen ze wel online bestellen, maar we willen ze eerst zien voor we een keus maken. We zeilen dus met een omweg via één van onze favoriete ankerplaatsen, de ankerbaai van Medemblik waar we een nachtstop maken, naar Kornwerderzand, waar we vlot geschut worden naar de Waddenzee, en door naar Harlingen. Het is er behoorlijk druk, maar we kunnen langszij een fors Noors jacht, dus we hoeven niet te hannesen met lange lijnen en balken achter de stootwillen, wat normaal gesproken in de getijdenhaven van Harlingen wel nodig is. We hebben pech. Toplicht heeft het gewenste rvs-beslag niet in voorraad, maar ze zullen het komende week in huis hebben. Omdat we op weg naar Drachten zijn kunnen we er dan een autoritje aan wagen.
Heerenleed gaat naar huis
We schutten de volgende morgen op tijd naar binnen, want we gaan via het kanaal naar Leeuwarden. Daar liggen we een nachtje en daar komt Zeger weer aan boord voor het laatste ‘ritje’ dit jaar. We varen van Leeuwarden naar Grou, waar we ietwat vervroegd en geïmproviseeerd het einde-seizoens-etentje houden bij hotel Oostergo. Niet dat we al weten dat dit het einde van het varen dit jaar betekent, maar achteraf blijkt het onpraktisch om vanaf Drachten – Bûtenstfallaat moet ik zeggen – nog een keer uit te varen. Oostergo is inmiddels overgenomen door een aantal personeelsleden die er al eerder werkten. We merken dat goed. Er is veel aandacht voor detail en het eten is weliswaar niet goedkoop maar ook niet exorbitant, zeker gezien de kwaliteit.
Van Grou is het maar een korte tocht naar Drachten. De plek aan de steiger die we meestal mogen innemen is vrij, en vanaf morgen begint het werk.