Koers zuid.

Square

Stilgezeten hebben we intussen niet. En zelfs niet stilgelegen. Nadat we vaststelden dat de grote dynamo toch weer niet laadde hadden we geen keus: terug naar Bolt. We komen er op zaterdag aan. Zondag worden we verrast door de onvolprezen Geert, die, op weg naar zijn eigen boot voor een klein zondagstochtje Heerenleed’s masten al van verre zag en dus kwam informeren wat er loos was. Hij baalde schijnbaar nog harder dan wij. Haast heeft hij al zijn overall aangetrokken om te gaan repareren, maar hij heeft ook weekend, dus dat gaat ons te ver. Maandag is vroeg genoeg. Vrienden Peter en Eveline horen van de problemen en nodigen ons uit op de barbecue, het is een keer mooi weer en hun grote groene ei draait overuren. Maandag komt Geert. Hij heeft al contact gehad met de dynamo-expert, en er zit niets anders op om het loodzware ding er maar weer uit te halen. We wachten in spanning af. Dinsdagmorgen komt de melding dat er toch nog een bijna-draadbreuk in de dynamo zelf zat. Het probleem kan nu niet anders dan opgelost zijn.  Maar zo simpel is het leven toch weer niet. Na montage laadt de dynamo even wel, en dan weer niet. Om een langdradig verhaal  af te sluiten: twee aansluitkabels zitten niet goed vast en laten dus onvoldoende stroom door om de accu’s te laden. Toch zijn we blij dat de dynamo toch weer uit elkaar is geweest: een bijna-draadbreuk is een tijdbom en nu is die op voorhand onschadelijk gemaakt. De accu’s laden nu dat het een aard heeft en het maakt ons wat minder afhankelijk van verblijf in overvolle jachthavens. De koers kan eindelijk worden uitgezet: Zuid.  We verlaten – nu hopelijk voor het laatst deze zomer – Drachten en we gaan weer naar het Pikmeer. Na een nachtje voor anker daar gaan we ‘Sneek tackelen’.  De wijze hoge heren hebben besloten dat het wel okee is om een belangrijke brug in het prinses Margrietkanaal dermate te verwaarlozen dat hij midden in de zomer wel gerepareerd moet worden en we kunnen niet via de rechtstreekse route naar Stavoren. We moeten dus dwars door de zomerpierenpot Sneek. Eigenlijk zijn we er te groot voor, maar het moet maar en het lukt prima zonder al te veel oponthoud.

IMG_20160720_125429.jpg

Doel vandaag is de ankerplek in de luwte van het eilandje in het Heegermeer. Helaas gaat de wind om en liggen we helemaal niet in de luwte, maar het is aardig weer, hoewel er voor vanavond uiteraard onweer is voorspeld. Laat op de middag komt er een windshift en liggen we ineens aan de grond.  Ankerop luidt de boodschap. Maar helaas weigert de ankerlier de nestenschijf rond te trekken, de koppeling slipt.  Met een stevige en onaangename inspanning is het anker geborgen en heb ik een modderbad gehad, zo smerig was de ketting. Het weer ziet er niet zo goed uit, dus we besluiten meteen maar naar Stavoren door te varen, waar we voor de sluis een nachtje in de marina liggen. De volgende morgen vroeg door de sluis, voor alle vakantiegangers wakker zijn, en we vinden zowaar een ligplaats aan de gratis gemeentesteiger in de voorhaven van de sluis.

IMG-20160724-WA0000.jpeg­ IMG_20160721_143852.jpg

De ankerlier gaat uit elkaar en we zien, dat een taatslager (ook wel druklager genoemd) in gruzels ligt. We bellen met Bolt, want we willen niet een hele zomer zonder ankerlier. Dat zou ons voor alle nachten naar een haven verbannen, en dat willen we per se niet. Nadat we een foto en de maten van het overgebleven intacte lager per internet sturen blijkt dat we – hoe kan het ook anders – met een lager van Engelse maat te doen hebben, en dat blijkt na naarstig informeren, niet snel leverbaar te zijn. Ik denk eens diep na, bekijk de explosietekening eens goed en komt tot de conclusie dat we het lager (tijdelijk) kunnen vervangen door een kunstof ring die op een werf in Staveren gedraaid kan worden, en er is beloofd voor zaterdagmorgen (het is nu vrijdagmiddag) de ring op maat te hebben gedraaid. Als we zaterdag tegen de middag gaan kijken is hij er nog mee bezig (weer een spoedgevalletje gehad, zegt de baas) maar hij is al snel klaar en een tientje armer maar een nylon glijlager rijker gaan we weer aan boord. Ik ga meteen aan de slag en na een half uurtje: hey Presto! We hebben weer een ankerlier! Nog even wat fine-tuning van het apparaat  en we zijn weer vaarklaar. De nieuwe lagers zijn intussen wel in aantocht, maar de montage kan wachten zolang de lier het normaal doet.

Eigenlijk willen we maandag vertrekken, maar we liggen ingebouwd en pas na een hoop gedoe liggen de grote schepen niet meer in de weg en zouden we weg kunnen. Noud wil eigenlijk niet. Dus blijven we nog een nacht hier, maar wel op een plek waar ze ons vandaag niet nog eens kunnen klem leggen. De ankerlier wordt nog eens getest en hij lijkt nu weer te werken als vanouds. Dinsdag vertrekken we naar Enkhuizen, maar het is nog vroeg als we daar in de buurt komen, dus we besluiten door te varen naar Edam. Dat ligt redelijk op de route, want we willen woensdag door naar Durgerdam, waar we al jaren niet meer zijn geweest, en wat altijd weer leuk is. We zeilen de helft van de afstand tussen Enkhuizen naar Edam, maar de wind kakt in en we willen niet al te laat aankomen want in Edam is in dit seizoen waarschijnlijk weinig plaats. Als we aankomen vertrekt er net een dikke motorboot, en die laat net genoeg ruimte over voor Heerenleed om er krap af te kunnen meren. Het is een prima plek met zicht op het IJsselmeer, maar we herinneren ons dat we er vorig jaar beter lagen met meer ruimte en dus meer uitzicht. Het zij zo. De croissants die we bij de camping tegenover kunnen bestellen smaken de volgende ochtend goed, en we hebben een wasje kunnen draaien op de 50 cent die de vertrokken motorboot te veel in de meter had gestort. Woensdag dus door naar Durgerdam, waar we altijd weer vrolijk van worden. We passeren natuurlijk het altijd fotogenieke Paard van Marken, de oude vuurturen die op de oostpunt van het eiland staat

IMG_20160727_094043.jpg

In Durgerdam zien we de Sophia van Piet en Fiet, een mooie Nic35 die net als wij lid zijn van de Nicholsonkring der Lage Landen, en die Durgerdam als benijdenswaardige thuishaven hebben. We gaan met de bus boodschappen doen, en we zorgen dat we goed bevoorraad zijn zodat we er tegen kunnen de komende dagen. Noud heeft via het internet weer contact gezocht met een vriend van lang geleden, waarmee hij een tijdje de zeilschool in Drimmelen heeft gerund: Zeger. Hij woont nu in Amsterdam en we spreken af voor donderdagavond, dus we blijven nog een dagje extra liggen. Nooit een straf in landelijk Durgerdam. Donderdagavond was een gezellig weerzien na meer dan twintig jaar.

IMG_20160727_133155.jpg IMG-20160728-WA0003.jpeg IMG-20160728-WA0005.jpeg

Vrijdag gaan we naar Haarlem. We willen naar Zeeland en doen dat via de Staande Mast Route. De Amsterdam-variant gaan we niet doen. Een konvooi midden in de nacht door Amsterdam hebben we al zo vaak gedaan, daar is de lol allang van af. De dag die je ‘wint’ breng je als een zombie door, en tijd hebben we genoeg. Dus het wordt de Haarlem variant. Het regent en waait stevig op het ongezellige Noordzeekanaal, en we zijn blij als we het ‘Zijkanaal C’ invaren waar de brug gelukkig vlot draait. Dan door de sluis van Spaarndam, en via de Mooie Nel (wat is daar mooi aan?) naar de stad. Voor 18 Euro mogen we door de stad, en kunnen we ook een nacht liggen.

IMG_20160729_122033.jpg IMG_20160730_093150.jpg

Dat doen we, en de volgende morgen vervolgen we onze weg naar Gouda. We passeren uiteraard veel bruggen, waarbij de wachttijd voor de spoorbrug bij Lisse notoir is. Al met al verloopt de reis volgens plan en ’s avonds blijven we aan de wachtsteiger van de Goudse spoorbrug liggen. We hadden willen afspreken met Rikie en Matthijs, die in Waddinxveen wonen, maar ze zijn er niet, en bovendien zijn de wachtsteigers veranderd en hebben ze geen loopbruggen naar de wal meer. Dus het zou allemaal behoorlijk ingewikkeld geworden zijn.

IMG_20160730_172348.jpg

Op zondagmorgen gaan we door de spoorbrug, en dan door de Julianasluis. We zijn dan op de Hollandse IJssel, op weg naar Dordrecht. De enige echte bottleneck is de brug bij Alblasserdam, die ons een wachttijd van bijna twee uur oplevert. Op zich niet zo erg, maar je kunt daar nergens fatsoenlijk vastmaken om te wachten. En het begint natuurlijk weer te poeieren zodat het lastig is om het schip op haar plek te houden tussen alle andere wachtenden (lees: dringenden) Als we dit obstakel achter ons hebben gaan we door de rietbaan, die vroeger mooi van lelijkheid was, maar nu is opgeruimd en eigenlijk ook weer mooi is. Dan komen we bij Dordrecht, waar we door de Engelenburgerbrug moeten. Ook hier een gedrang, maar eenmaal binnen liggen we beschut en kunnen we naar de ons aangewezen ligplaats. Het is zondag, maar Dordrecht is eindelijk verlost van haar zwarte kousen en de winkels in de stad zijn open. Handig, we kunnen boodschappen doen, want morgen hebben we de Baanhoekbruggen besproken en we gaan naar de Biesbosch, waar we – allebei – ooit onze eerste voorzichtige zeilrakken aflegden. Down Memory Lane. Nou ja, als pensionado’s mag dat. We gaan na de bruggen in de Beneden Merwede de Biesboschsluis bij Werkendam door, en dan varen we door de Biesbosch’s enige diepe verbinding van noord naar Zuid via het Steurgat naar het Spijkerboor. We hebben nog een stokoude kaart die Noud zorgvuldig bewaard heeft, want anders dan op de moderne kaarten staan de stroomgeulen nog ingetekend, dus je kunt nog zien waar in de vaak ondiepe Boiesbosch de diepste stukken zitten. Net als vroeger komt hij goed van pas! In het Spijkerboor gaan we voor anker (de lier doet het goed) en we hebben een mooie avond. De beloofde regen komt dan snel, en we zitten de komende herfstdagen dinsdag, woensdag en donderdag voor anker uit. De weerberichten beloven mooier weer, maar dat wordt steeds uitgesteld en de herfst houdt aan. We liggen prachtig, maar met het weer hebben we het onderhand helemaal gehad. Het is augustus en de zomer moet nog beginnen.  Als leuke opsteker komt de postboot langs, een fenomeen uit vervlogen tijden, maar hij is er dus nog steeds!

IMG_20160801_131520.jpg IMG_20160801_220308.jpg IMG_20160803_152046.jpg FB_IMG_1470321193347.jpg

Eigenlijk hadden we met de bijboot een klein tochtje willen maken door de beroemde Sloot van Sint Jan, met het enige bruggetje in de zuidelijke Biebosch. Maar nadat de bijboot te water is gelaten blijkt de buitenboordmotor het niet te doen. Een verdachte bougiedop lijkt de oorzaak. Bovendien begint het weer eens te hozen, dus het tochtje zouden we anders ook wel hebben afgelast. We zijn vlak bij Drimmelen, en we bellen met de firma Van Dulst, die we kennen van vroeger. Ze hebben de dop op voorraad, dus we we gaan ankerop (YES! de ankerlier doet het prima!) en we maken vast in de belachelijk grote haven van Drimmelen. We zijn het erover eens: het is niks en het wordt niks hier. Megalomaan tot de dood erop volgt, maar het blijft een ongezellige betonnen bak, die haven. De campercamping en de dagjesmensenfaciliteiten maken de watersportsfeer er niet beter op. Maar het weerzien met Suzanne van Dulst is gezellig en we hebben het gewenste onderdeel.

Intussen is de windmeter die al geruime tijd laadproblemen heeft (we hebben een draadloos systeem van Tacktick) er nu helemaal mee opgehouden. We kunnen een nieuwe bestellen in Arnhem, want vriend Leo komt volgende week uit Arnhem aan boord en hij kan hem meebrengen. Voor vandaag is er zon beloofd, maar in plaats daarvan is het nog altijd zwaar bewolkt. We kijken het nog even aan, maar als het echt zo blijft gaan we terug naar Werkendam om weer via Dordrecht en de Dordtse Kil naar het Hollands Diep te gaan (de Moerdijkbruggen zijn veel te laag voor ons dus we moeten omvaren) want we willen naar Willemstad. Vandaag dus van Drimmelen naar Werkendam. Voor morgen hebben we de Baanhoekbruggen in de Beneden Merwede en de spoorbrug bij Dordrecht besproken, dus het volgend verslag zal beginnen in Willemstad.

Comment

One Reply to “Koers zuid.”

  1. Weer leuk geschreven Peet weer met plezier gelezen.
    Nu maar hopen op beter weer.
    Groetjes uit Amsterdam

Comments are closed.