We schreven het al. De reis voert dit jaar naar Zeeland. Met een afsteker naar de – helaas verregende – Biesbosch maken we er een ’trip down Memory Lane’ van. We hebben vele jaren onze vaste ligplaats in Drimmelen gehad, en later in het westbrabantse Steenbergen. Daar hadden we de Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen in weekendbereik, en we waren er al heel lang niet meer geweest. We beginnen in Willemstad. We hebben er altijd graag gelegen, en bovendien zit er wat wij de beste watersportzaak van Nederland vinden: Yachting Willemstad. We hebben – zoals elk jacht onderweg – weer het een en ander aan reparaties uit te voeren, en de onderdelen kunnen we hier zeker vinden. Bovendien krijgen we bezoek van vriendin Berendina, met haar moeder Ger, een dame van diep in de 90 die nog nooit bij ons aan boord was geweest, en ook niet gedacht had dat dat ooit zou gebeuren. We vragen aan de havenmeester een plek langszij een steiger, en die krijgen we zodat Ger onbelemmerd aan en van boord kan. Groot succes!
We vieren de verjaardag van Berendina bij haar thuis in nabije Zevenbergen en vertrekken de volgende dag naar Steenbergen. De vaart via de Steenbergse Vliet is een beetje thuiskomen, zestien jaar lang was Steenbergen onze thuishaven, de eerste 8 jaar in de stadshaven, later aan een privésteiger van een bekende langs het Steenbergs havenkanaaltje, midden in de natuur. Onze vroegere stek in de natuur is nu opnieuw ingenomen door bootwoners, maar van een ander slag dan wij, gezien de onbeschrijflijke bende die op de wal achter de vervallen steiger zichtbaar is. We zetten het maar niet op de foto, die van ons uit de jaren dat wij er lagen zijn mooier. De stadshaven heeft een nieuwe beheerder en dat is te zien. De havenmeester komt zijn (nieuwe) kantoor uit en komt ons een plekje geven én lijnen aanpakken.. Een jonge havenmeester maar van de oude stempel. We krijgen vanavond zwager Martin en vriend Jos aan boord, die wonen in Bergen op Zoom, niet ver hier vandaan. We doen uitgebreid boodschappen (Albert Heijn staat aan de haven, de Lidl op 200 meter afstand, ideale plek om te bevoorraden) en verbazen ons over wat verdwenen is en wat gebleven is.
Dan is het woensdag 10 augustus en komt vriend Leo aan boord. Hij is wel even aan vakantie toe, dus een weekje Heerenleed is op zijn plaats. Hij wordt gebracht door Tiny, die zich helaas in een scootmobiel moet verplaatsen als het verder is dan een tiental meters, en die geeft het invalidentoilet aan de Steenbergse haven meteen 10 punten. We lunchen met zijn vieren in Steenbergen, waarna Tiny weer naar Arnhem vertrekt. Leo kan zich op zijn gemak settlen aan boord, want het weer is inmiddels verschrikkelijk geworden en we besluiten een dagje te blijven liggen. We kunnen zo nog eens wat kijken in het ons zo bekende Steenbergen en we ontmoeten zowaar onze vroegere buren Arnold en Ella, waarmee we zoveel gezellige uren hebben doorgebracht. Zij waren ook lang weg uit Steenbergen en internetzoektochten hadden aan beide kanten niets opgeleverd. Nu zijn ze weer terug in Steenbergen dus we konden op ons gemak bijpraten.
Op vrijdag klaart het op. Als we de volgende morgen vertrekken zit de wind in de noordhoek. We besluiten richting Sint Annaland óf naar de Grevelingen met Brouwershaven te gaan. We moeten door de nog altijd overvolle en absurd kleine Krammersluisjes. Als we erdoor zijn willen we eerst nog naar de Grevelingen, maar de drukte voor de sluis is dermate dat we daar geen zin meer in hebben, na de oorlog bij de Krammersluizen. Sint Annaland wordt het. Ook een vaste pleisterplaats van vroeger. Als we de Krabbenkreek invaren zien we vanaf het ons welbekende clubhuis ‘Buutengaets’ een jonge vrouw het terras oplopen en foto’s van Heerenleed maken. Als we liggen gaan we natuurlijk ‘Buutengaets’ wat drinken. Gelukkig zwaaien Bert en Gina nog altijd de scepter en het is, zoals te verwachten was, een vrolijke ontmoeting. De fotografe is Amanda, die bij Buutengaets werkt, en de foto’s willen we jullie niet onthouden. Toen we haar complimenteerden met de mooie foto’s zei ze: Ik vond het zo’n mooie boot, daar wilde ik foto’s van hebben. Hier zijn ze.
Als we goed en wel liggen, prime spot aan de haveninvaart, komt een jacht met bekend lijnen binnen. Het blijkt de Onrust te zijn, een Nicholson 32, die we wel kennen. Ik ben te laat met de camera, maar ze herkennen ons ook en het is leuk te zien dat het schip er zo goed uitziet.
De volgende morgen dicteert de windrichting dat we weer naar het noorden gaan. Het wordt Willemstad. Wij waren er net, maar voor Leo is alles hier nieuw. Als we richting Krammersluis varen komt er een bekende boot uit de richting Grevelingen: het is de Camelot, de Nicholson 31 van Ad en Lieke. We komen nagenoeg gelijk door de sluis en we zeilen allebei met een gemakstuig richting Willemstad. We komen – heel pittoresk – in de oude stadshaven te liggen. Ad krijgt het voor elkaar dat ze – ondanks het verschil in afmeting – bij ons langszij mogen. Een gezellige ontmoeting! Ook hier de stadswandeling, want Leo kent deze hoek van het land helemaal nog niet.
De volgende ochtend besluiten we naar het Haringvliet gaan. Na het passeren van de Haringvlietbrug varen we langs het inmiddels natuurgebied geworden eiland Tiengemeten. Het staat op het programma voor een bezoek, maar het kleine haventje is vol, dus dat moet wachten tot een volgende keer. We gaan door naar het ook altijd leuke Middelharnis, voor ons ook een oude bekende, voor Leo nieuw. Bij de invaart van het havenkanaal zien we alweeer een oude bekende: de Tangaroa, een grote Trewes, van Henk en Pascale, die vroeger aan onze steiger in Steenbergen lag. Ze ziet er niet best uit, dus een foto laten we achterwege. Henk en Pascale zijn aan boord, maar ze hebben gasten dus behalve een zwaai en een ‘alles goed?’ komt het niet tot een echte ontmoeting. Volgende keer.
We liggen vrij dicht bij het oude stadje en maken een rondwandeling, die we aan het oude binnenhaventje met ‘sundowners’ afsluiten.
Dan gaat de wind om naar noord-noordoost. We kunnen de gelegenheid niet voorbij laten gaan en vertrekken de volgende ochtend naar Veere. Het wordt een mooie zeiltocht, het eerste stuk wat lastig plat voor de wind, nooit een favoriete koers, maar daarna ruime wind de Oosterschelde op en over, en over de andere boeg op ons gemak met alleen genua en bezaan over het drukke Veerse meer naar Veere. We willen eigenlijk voor anker, maar dan liggen we aan lager wal en dat is niet fijn. Vooral niet omdat de kleine antieke 2pk Yamaha niet meer wil sinds de Biesbosch. Dat zou betekenen dat we onder een eiland voor anker moeten, en met een rubberboot met drie personen dat hele eind roeien is eigenlijk geen optie. Dus we besluiten in de haven te gaan liggen, iets dat we eigenlijk met onze maat niet meer willen. Ook vandaag is de reden manifest: we worden door de havenmeester weer naast een dikke hoge motorboot gedirigeerd, die elk uitzicht op het prachtige stadje blokkeert. Maar aan land kunnen we wel, en het stadje doorwandelen dus ook. Er is jaarmarkt met allerlei rommelkramen en oude ambachten, té boertig natuurlijk maar het stadje is vandaag wel extra levendig. Het clubhuis kenden we van vroeger nog. Een stevig gebekte dame met haar even stevig gebekte dochter runden de tent. Toen Noud daar binnenkwam omdat we een biertje op het terras wilden drinken herkende de dochter hem meteen. Moeder is op hoge leeftijd afgelopen voorjaar gestorven.
De wind blijft oost, en dat is voor de terugweg naar de Zandkreeksluis aan het begin van het Veerse Meer niet gunstig, maar daar is niets aan te doen. We motoren dus naar de sluis, vrij vroeg in de ochtend want de sluis kan ongezellig druk zijn. Als we er aankomen is het nog vrij rustig. Na de sluis zetten we zeil en gaan richting Zierikzee. Ook een plek waar we veel kwamen maar heel lang niet meer waren. Het is goed dat we vroeg zijn, want in de oude haven van Zierikzee is het vaak stapelen, en dat is met onze maat niet zo handig. De havenmeester denkt er ook zo over, hij legt ons graag aan een net vrijgekomen plek langs te gastensteiger. Hij zegt: fijn, een grote dikke als eerste. Daar kan van alles naast. Wij vinden het allemaal best. Zierikzee is wat het altijd al was, beeldschoon en levendig. Ook dit is nieuw voor Leo en hij vindt het allemaal leuk. Onze vroegere vaste halte ‘in de gekroonde Suikerbiet’ is er nog. Sterker, het is van een vijftigerjaren dorpscafé veranderd in een hele leuke hippe tent, zonder dat het karakter van de oude kroeg is opgeofferd. We zijn er een paar keer te vinden aan het einde van de avond. De Irish Coffee is dodelijk. Ondertussen zijn we het een beetje beu dat we geen voortstuwing voor de bijboot hebben. Ik spot op marktplaats een 3.5 pk’tje voor weinig. Het moet wel uit Hellevoetsluis komen. Na wat gedelibereer maak ik per telefoon de deal rond en blijven we nog een nachtje liggen in Zierikzee. Met de bus naar Hellevoetsluis, en bij mijn eindpunthalte afgesproken met de verkoper. Die komt prompt. Hij start op het droge de motor, die doet het meteen. Ik schrik een beetje, dat mag nooit meet een buitenboordmotor, maar hij zegt: deze mag dat wel, want hij is luchtgekoeld. Handig, scheelt weer het letten op een impeller die kapot kan. De terugreis met de bus gaat vlot, hoewel het reizen met een buitenboordmotor in de bus niet ideaal is. Het ding is nogal zwaar en ik moet overstappen. Maar vooral de wandeling van de bushalte naar de haven in Zierikzee is vervelend. Maar dan ben ik er. De bijboot wordt opgeblazen en de motor uitgeprobeerd. Hij start vrij vlot, maar bij volgas houdt hij in. Dat wordt carburateur schoonmaken. Jammer genoeg is er op het internet niet zo gauw een manual te vinden, maar ik kom er vast wel uit.
Na Zierikzee wordt er wat slecht weer aangekondigd. We willen op tijd in Dordrecht zijn, want daar gaat Leo van boord. Tiny moet hem ophalen en door haar beperkte mobiliteit is dan Dordrecht handig. Parkeren dicht bij de boot is een must en dat kan daar. We zeilen van Zierikzee naar de beruchte Krammersluis. Daar is het weer oorlog, maar voordat we er aankomen motort een zeiljacht volle kracht naar ons toe. Het is Cecile, een vriendin van vroeger, die we nooit helemaal uit het oog verloren hebben. We hadden gehoopt haar te zien, ze ligt in St. Annaland met haar jacht. Maar ze was weg toen we daar waren in ziedaar: daar is ze. Na al die jaren geen spat veranderd. Haar man wat voller, haar jacht een stuk groter en hun kind alweer tiener zo te zien. Time Flies! We liggen even boord-aan-boord, maar dan moeten we de sluis in. Toch leuk, we moeten echt een keer iets af gaan spreken en écht even bijpraten. Maar voorlopig was dit al heel leuk.
Als we de sluis naderen zien we ook een schoonheid van een schip: het is de Scorpio, een Nicholson 43, het mooiste zusj van de familie. We kennen het via internet, haar schipper ons ook, maar dit was een eerste ‘live’ ontmoeting.
Als we na een forse wachttijd door de sluis zijn is het te laat om nog door te gaan naar Willemstad. We hebben halverwege nog een favoriete bezigheid: Vlieten. Zo noemden we vroeger het overnachten aan een paar palen op de benedenloop van de Steenbergsche Vliet. De wind trekt ’s avonds flink aan, maar we liggen hier prima, en het is net zo mooi en vredig als vroeger, hier midden in de natuur. We hebben alles aan boord, dus het leven gaat gewoon door, zelfs het werk van Leo als hij een telefonisch consult moet leveren…
De weerberichten houden voet bij stuk, hoewel het nog altijd mooi weer is. Het is inmiddels zaterdag 20 augutus. We zeilen vandaag naa Dordrecht, een prima zeiltocht met de wind in de goede hoek. De verkeersdienst Dordrecht meldt dat er afwijkende beieningstijden van de spoorbrug zijn vandaag. Als Noud belt blijkt dat hij vijf minuten later draait. Als we precies volgens plan aankomen blijken de lichten al op rood-groen te staan, teken dat de brug gaat openen, dus helemaal niet vijf minuten later. We geven volgas en halen het nét. We moeten even wachten voor de invaart van de haven in Dordt, maar krijgen een mooie plek. Voor Leo is Dordt ook nieuw, en we doen natuurlijk de verplichte rondgang. Het weer is nog prachtig, maar dan pakken aan het eind van de middag de donkere wolken van het aangekondigde slechte weer met veel wind zich samen. We zijn blij dat we liggen. Tussen de buien door lopen we ’s avonds de stad in, want Leo heeft ons uitgenodigd om Indisch te eten. Het restaurant Mulia was eens schot in de roos, het eten een ‘far cry’ van de doorsnee chinees die zogenaamd Indisch eten kookt. Daar komen we vast nog wel eens terug!
Zondag komt Tiny volgens plan Leo afhalen. Wij blijvven nog een nachtje, maar morgen moeten we naar Gouda want we hebben de volgende afspraken alweer op de kalendeer staan. In Gouda liggen we in het piepkleine haventje van de WV Gouwe aan de Kromme Gouwe. Beerendina komt vanavond eten want die zou deze week mee maar kan niet omdat ze helaas twee begrafenissen heeft. Ze komt wel even eten en bijpraten, gezellig als vanouds. We spreken nu af dat ze in september een weekje meegaat. Op dinsdag gaan we door naar Haarlem. Het eerste deel van de Staande Mast Route gaat vlot. In Alphen aan den Rijn staat een matrixbord, waarop te lezen valt dat de Schinkelspoorbrug in Amsterdam wegens een calamiteit is gestremd. Nazoeken op het internet wijst uit dat het helemaal geen calamiteit is, maar een geplande stremming. Er wordt een nieuwe brug naast de Schinkelspoorbrug gelegd. De zoveelste keer dat Rijkswaterstaat het Staande Mast Route convenant niet nakomt. En dat zij werken een calamiteit vinden… tja.
We zijn verder erg ontevreden over de idiote wachttijden voor de lokale bruggetjes in de Ringvaart Haarlemmermeer. De info die Rijkswaterstaat op het internet verschaft klopt voor geen meter en ze kunnen rekenen op een klacht. Ze maken er echt een zootje van. In Haarlem irriteren de overdaad aan verbodsborden die hier en daar compleet onduidelijk zijn. Als de havenmeester ziet dat wij willen vastmaken op een plek waar een bord zegt dat wij dat mogen, worden we weggestuurd. Hij zegt de plaats vrij te moeten houden voor charters. Aan de overkant waar we dan maar moeten liggen, lopen we aan de grond voordat we liggen. Ik ben het zat en ga weer terug naar de zijde waar we waren weggestuurd. Daar is nóg een plek vrij. Ook hier wil de havenmeester ons wegsturen, maar ik ben het zat en zezg hem dat hij zich aan zijn eigen borden moet houden. Sputteren laat hij ons vastmaken met het dreigement dat als er een charter komt, we worden weggestuurd. Dat zullen we dan wel zien, maar ik denk dat hij dat kan vergeten. Er komt geen charter, dus we worden niet gestoord. Woensdag gaan we door naar Durgerdam. Bij de sluis van Spaarndam vindt men het innen van nog maar weer een keeer sluisgeld (we hebben net al doorvaartgeld in Haarlem betaald) belangrijker is dan een vlotte service. Ook de brug in de A9 zorgt natuurlijk weer voor flink oponthoud maar dan gaat het vlot naar Amsterdam en door de Oranjesluis. De Schellingwouderbrug zorgt opnieuw voor een onaangename verrassing. Die blijkt in afwijking van een hoop internetinformatie tussen 16.00 en 18.00 uur niet te openen. Alle relevante informatie op het informatiebord zijn – belachelijker kan het niet – doorgestreept. Lekker, dan, Rijkswaterstaat. De wachtplaats is volkomen inadequaat en levert een gebroken verhaalkam op het achterschip op. We moeten nog ergens een reserve aan boord hebben, maar die kunnen we zo snel niet vinden. Enfin, die komt nog wel tevoorschijn. We Verwelkomen donderdag onze vriendin Sigrid aan boord. Zij heeft een zwemtraining, van Durgerdam naar het vuurtoreneiland op de kop van het IJ. Ze eet bij ons en kan zich naderhand bij ons douchen want ze zit onder de waterplanten die hier welig tieren.
Vrijdag zijn we door teruggevonden vriend Zeger uitgenodigd voor een rondvaart door Amsterdam. Zeiler in hart en nieren heeft hij (tijdelijk) een sloep die voor dit doel natuurlijk uitstekend geschikt is. ’s Morgens gaan we met bus en veer naar het centrum. We wandelen langs oude bekende en minder bekende plekken van mijn geboortestad en stappen op twee uur bij hem aan boord aan de steiger bij de Stopera.
We knippen heel wat foto’s. Het album vinden jullie hier
Fantastisch voor de lezers, maar vooral voor jullie zelf om weer eens jullie ervaringen met de opgeknapte Heerenleed te kunnen lezen en de prachtige foto’s erbij te zien. Hopelijk geniet je er nog lang van!
Martin.