Na onze onstuimige en snelle tocht vanaf het eiland Omø hadden we onszelf een dag rust beloofd. Bovendien moet er nu echt dringend een nieuwe koffiepot komen, en voor Noud een asbak. Ik heb me met een weckpot in een schaal, afgedekt met een fleecedeken beholpen, maar die combinatie is niet erg zeevast te zetten. We blijven dus een dag in Juelsminde. We beginnen met het schip te verhalen want we pikken het internetsignaal van de haven niet op aan boord. Dat komt omdat we naast een stalen motorboot liggen, en die schermt het signaal natuurlijk compleet af. Noud heeft een videogesprek met vriend Jaap Willem die op Madeira een poging doet om ons defecte watergeefsysteem aan de praat te krijgen, dus een internetverbinding die een beetje stabiel is zou wel handig zijn. Als we zijn gaan verliggen is het fractioneel beter, Noud zit aan stuurboord achter in de kuip en kan zo de internetverbinding aan de praat houden.
Ook van dit deel van onze reis probeer ik een kaartje mee te geven. Dit keer is dat op Google Maps gebaseerd. Klik hier om het in een apart tabblad te openen, zodat je het bij de hand hebt als je wilt weten waar we waren of zijn.
Juelsminde
Ik ga vast een rondje door het stadje doen. Juelsminde is een levendige plaats, alleen niet erg pittoresk. Er zijn in ieder geval twee supermarkten, maar die verkopen geen koffiepotten. Als ik het bijna opgeef, zie ik een soort kringloopwinkel, dus ik ga er mijn geluk eens beproeven. Ik heb de portemonnee niet bij me, maar alvast even verkennen kan geen kwaad. Zowaar staan er ergens bovenop een schap een paar oude thermoskannen. Ze zijn wat breed om handig te kunnen worden opgeborgen en erg fraai zijn ze ook niet, maar ja… kringloop, hè? Als ik er eentje voor nadere inspectie van het schap wil halen zie ik dat er pal achter de lelijke kan nog een staat. Je zult het niet geloven: een witte Stelton. Made in Denmark, en heus design dus die wil ik. Hij ziet er natuurlijk niet uit, barstjes in de kunststof mantel en te vies om met een tang aan te pakken, maar ik ga snel terug aan boord om geld te halen. Intussen spot ik ook nog een min of meer zeevaste asbak bij een watersportzaakje. Eenmaal aan boord is Noud klaar met zijn videogesprek. De computer van het Gardena-systeem op Madeira lijkt het echt begeven te hebben, dus Maria moet bij elke poetsbeurt ook water geven als de tuin te droog is.
We gaan samen de asbak scoren voor 30 Dkr. De koffiekan was geprijsd op Dkr 60, iets meer dan €8 , dus dat valt niet tegen. Als we weer bij de kringloopwinkel komen (hier noemen ze het kofferbakverkoop, maar niemand heeft zo´n grote kofferbak) zegt de mevrouw die de toko runt blij dat de kan maar 30 Kronen kost, want vandaag is alles halve prijs. Noud krijgt van de 50 die hij geeft maar 10 terug, dus halve prijs is een rekbaar begrip. Even later spotten we een zakje onderdelen van de Ikea kleerkast die wij op Madeira hebben, en dat krijgen we gratis mee. Je kunt ook zeggen dat het zakje 10 Kronen kostte, en de kan inderdaad dertig. We gaan aan boord, de kan wordt grondig aan inspectie onderworpen op gebreken, en die heeft hij niet. De barstjes in de witte mantel bleken spinnewebben te zijn, de kan is na een grondige schoonmaak zo goed als nieuw!
Later gaan we nog even ergens op een terras een biertje drinken. De serveerster zegt als ik wil afrekenen dat ik er maar één hoef te betalen, want het is Happy Hour. Als we later even kijken naar het bonnetje, blijkt dat het begrip Happy betrekkelijk is: voor één tapbiertje – een halve liter, dat dan weer wel – betaalden we omgerekend €9,00. Dat we op dit uur voor die prijs twee biertjes krijgen is maar goed ook.
Het waait weer hard, maar het is zonnig en Juelsminde ziet er met alle terrassen aan de haven, die ook het achtergelegen strand bedienen, gezellig uit. We willen morgen weer verder naar het zuiden, maar de windverwachting is nog erger dan vandaag. We zullen zien.
Als we ´s avonds in de kuip zitten komt er een klein oploopje op de kade. Er komt een meisje uit een autootje met een althoorn (klein soort tuba) en ze beklimt het trapje naar een soort micro-muziektent waar één muzikant in past. Ze begint te spelen, en even later zien we de Deense vlag langzaam omlaag komen. Als ik even later op de wal navraag, blijkt dat iedere avond om 8 uur de Deense vlag gestreken wordt en dat daar een kleine ceremonie bij hoort. Wij vinden dat het niks nationalistisch heeft, maar eerder een stijlvol karakter heeft. De muzikante zegt me na afloop dat het niet alleen het strijken van de vlag onderstreept, maar ook het einde van de dag. Ze vertelt dat ze lid is van de drumband van Juelsminde, de oudste van Denemarken, en dat zij en nog twee andere leden bij toerbeurt de ceremonie muzikaal begeleiden. Ze mogen zelf kiezen wat ze dan willen spelen. Ik zie een Deens echtpaar met hond die kennelijk net van boord zijn gestapt, ze hebben hun glas wijn gewoon meegenomen. Ik was te laat met de camera, maar we zijn uiteindelijk nog een dag blijven liggen dus ik heb de volgende dag de herkansing gepakt.
Zoals je al hebt gezien zijn we een dag extra in Juelsminde gebleven. De windmeter staat weer veel te vaak boven de 20 knopen en we moeten er tegenin, dus over dek wordt dat al gauw 25 knopen. Daar hebben we écht geen zin in. We draaien een was, dat doen we bijna altijd op ‘verwaaidagen’ en dat is dan weer het voordeel van zo veel wind: het is zo droog. Voor morgen is de wind volgens Windy een stuk vriendelijker, een knoop of 8 tot 12, met uitschieters naar 15. Daar kunnen we het prima mee doen.
heel houden
Het is woensdag 26 juli. We worden wakker met een vriendelijk uitziende lucht en een klein briesje. Da´s mooi want we hoeven niet zo ver. Zeiltechnisch komen we in een onhandig stuk, de Snævringen, dat is de nauwe en bochtige zeestraat tussen Funen en Jutland. Volgens de geleerden zou er een zuidgaande stroom moeten staan, ondanks de overwegende zuidwesten wind. We zullen het wel merken. We merken dat de vuistregel – de stroom volgt de windrichting – lang niet altijd opgaat, maar we kunnen er geen systeem in ontdekken. We hoeven niet zo ver, Fredericia is prima.
Als we klaar zijn om te vertrekken is de wind toch weer wat toegenomen, dus we besluiten dat genua en bezaan wel genoeg zijn. We moeten kruisen, maar in principe maken we maar twee slagen, één in de richting van Funen en één terug naar Jutland. Aan het einde van de tweede slag komen we in het smalle vaarwater en zullen we moeten motoren. We hebben er op het eerste stukje, waar we na het verlaten van de haven nog halve wind varen, met 6,7 knopen goed de gang in. Te goed eigenlijk, met zo´n klein tuigje. We loeven op en lopen een keurige 5,5 knopen aan de wind. Als we op ongeveer driekwart van de eerste slag zijn, schiet ineens de wind door, eerst naar 25 knopen en even later naar 30. We maken ook onder dit tuig veel te veel helling, en we willen de boel graag heel houden. In eerste instantie loef ik de ergste vlagen er wel uit, maar als de genua wat begint te klapperen gaat de mast onaangenaam staan te schudden met die grote lap zeil. Inrollen tot het eerste of tweede rif biedt geen soelaas, je kunt met de ingerolde genua gewoon niet echt aan de wind varen. Er zit niets anders op dan snel de motor te starten en de genua helemaal in te rollen. We liggen nu rustiger, maar er is in korte tijd weer een gemene korte steile golfslag ontstaan, en de snelheid loopt terug tot nog maar 2,5 knopen. Geleidelijk aan vind ik een koers die niet al te oncomfortabel is en waarmee de snelheid tot een acceptabele 3,5 knoop oploopt. We willen de hoge wal van Jutland opzoeken, daarna zal het wel wat beter gaan. Na een uur komen we wat in de buurt en is het venijn er wel een beetje uit. Het laatste stuk tot aan Fredericia lijkt het wat rustiger, totdat ineens de wind doortrekt naar 34 knopen, voor de niet-zeilers: dat is het begin van windkracht acht op de schaal van Beaufort. We hadden intussen de bezaan ook al gestreken, dus alles blijft heel. We meren tenslotte af in de jachthaven van Fredericia. Die ligt wat ongezellig in een industriegebied, maar met zoveel wind manoeuvreren in de stadshaven, die krap is en waarschijnlijk voor onze maat geen ruimte heeft, lijkt ons niet zo handig. Als we de jachthaven binnenkomen is de wind bijna weg. Of hij echt weg is of dat het komt door een bebost gebied iets landinwaarts van de haven? Wie zal het zeggen. Maar er is een langssteiger vrij, meteen bij de ingang van de haven, en die pikken we in. Het valt ons op dat er voor grotere jachten weinig plaats is in de Deense havens. De ruimte tussen de steigers is krap, wij passen met onze beperkte breedte nog wel tussen de palen van de boxen hier, maar dan blokkeren we flink de doorvaart. De foto laat zien hoe krap het is tussen de rijen met boxen.
Betalen doe je in de Deense havens vrijwel altijd aan een automaat. Maar in
Fredericia was men bezig het hele betaalsysteem te veranderen. Je moet eerst en app downloaden, en daarmee kun je dan betalen met een creditcard. Wij hebben alleen onze pinpassen, normaal geen enkel probleem, maar de app eist een creditcard. Hoe je met die app een havenkaart kunt bemachtigen om stroom te krijgen was totaal onduidelijk. Gelukkig was de havenmeester in zijn kantoor, en hij kon handmatig een en ander regelen. Hij zei ook dat hij aan de makers van de app wel ging melden dat ze betaling met de Maestro card mogelijk moeten maken.
Fredericia schijnt wel een mooi centrum te hebben, maar na de inspanningen van vandaag zijn we bekaf en twee keer twee kilometer lopen zit er echt niet in. We hebben voor Noud wel nieuwe cola nodig, maar er is een kiosk aan de haven, en daar kunnen we morgenochtend wel wat halve liters kopen. Als we dat inderdaad doen de volgende morgen komen we langs een fenomeen dat veel Deense havens hebben: de Krabbebane. Speciaal voor kinderen natuurlijk, die overal in de wereld vissen naar kleine krabbetjes. De krabbebane is een racebaan voor krabben: de krab die het eerste weer in het water is, wint. Een prima methode om ervoor te zorgen dat de kinderen de krabben inderdaad weer terug naar het water laten gaan!
Kolding Fjord
Op donderdag vertrekken we pas na de middag. De kiosk voor Noud zijn cola gaat pas om 12 uur open, en er zijn geen andere winkels op loopafstand. Geen nood, we gaan maar een mijl of zeven en die gaan we motoren want de wind is eindelijk op en wat er is staat op onze neus. We willen hier wel weer weg, en we willen weer eens een keer voor anker op een mooie plek. De kaart geeft een paar mogelijkheden aan het begin van de Kolding Fjord.
We passeren eerst de bruggen over de Kleine Belt en daar vaart een vissersboot die vreemde rondjes draait. Dichterbij gekomen zien we dat het een bootje vol toeristen is. Dan zien we leven in het water. Of het dolfijnen of bruinvissen zijn kunnen we niet zien. We zien de koppen en de vinnen af en toe boven water, maar springen doen ze niet en ze zwemmen ook niet in formatie met ons of met wie dan ook mee. Het stroomt hier in het nauwe Snævringen behoorlijk, dus we denken dat er daardoor veel vis zit hier en dat de dieren echt geen tijd voor ons hebben. Ze zijn te kort boven water om ze op de foto te krijgen.
Intussen varen we door een prachtig stukje Denemarken. De industrie is hier weg, mooie beboste hellingen langs het water met prachtige huizen hier en daar.
Als we bij de ingang van de Kolding Fjord komen zien we de dolfijnen – of bruinvissen of wat het dan ook waren – nog een keer, dan gaan we de fjord in en gaan voor anker op een prachtige plek. We kijken niet naar het noorden, want daar staat een lelijke elektriciteitscentrale. En ja, die moeten er ook zijn, en alle andere richtingen zijn prachtig.
weer motoren
Het wordt weer eens tijd om wat naar het zuiden op te schieten. Maar de wind werkt absoluut niet mee. Gelukkig is het even wat rustiger want we hebben het met die harde wind onderhand wel gehad. We willen eigenlijk naar het kleine eilandje Årø. Maar het kleine beetje wind dat er is hebben we tegen. Dat gaat niet opschieten. Omdat we uit ervaring weten dat we met onze scheepslengte echt op tijd in een haven moeten zijn om plaats te krijgen gaan we ook vandaag vroeg op pad. We varen om acht uur, en het is mooi weer. We komen langs het privé-eiland Fænø, waar geen bezoekers op mogen, en langs het kleine eilandje Fænø Kalv, oftewel kalf van Fænø. Daar mag je kennelijk wel op, want er liggen al een aantal speedboten vlak bij het eilandje voor anker, en we zien wat mensen die het eilandje verkennen. Het valt steeds weer op dat ook op zo´n minuscuul eilandje zoveel verschillende soorten boven groeien, en met de andere planten zal het niet anders zijn. Voor ons is dit eiland geen aantrekkelijke plek om te bezoeken, want hier in dit deel van de kleine Belt stroomt het als de neten. We zien het overal om ons heen kolken, en met onze diepgang kunnen we niet vlak bij zo´n eilandje voor anker.
Zo motoren we door. Af en toe hebben we een beetje stroom tegen, af en toe een flinke prak stroom mee. We snappen nog altijd niet hoe het werkt hier. Intussen hebben we een dag met prachtig weer en de kuiptent hebben we eens een keer niet nodig. We passeren verschillende kleine eilanden, maar net te ver weg om er iets van op de plaat te krijgen. Vroeg in de middag komen we in de Årøsund, het smalle vaarwater tussen het eilandje Årø en het aan de overekant gelegen gelijknamige plaatsje Årøsund. We willen naar het eiland. We merken ineens dat we in de sund flink stroom tegen hebben, weer merkwaardig. Er ligt een dikke pont in het kleine haventje, hij komt in beweging dus we wachten tot hij buiten is. We zien al verschillende jachten rondkrioelen in het haventje, dus we denken niet dat we erin passen. En dat is ook zo. Ik heb een landtong gezien die net de stroom weghoudt, en erachter een klein baaitje. We gaan proberen daar voor anker te gaan. Het is wel wat krap, maar het past. Als we volgens onze vaste routine ankeren, waarbij ik altijd halve kracht achteruit sla als het anker bijt, krabben we flink, en dat betekent dat de houdkracht van de bodem voor ons onvoldoende is. Er zit niets anders op: we gaan de haven van Årøsund proberen. De haveninvaart wordt voor twee derde versperd door een dikke catamaran, maar ik kan er wel langs. Als ik bijna naar binnen vaar, komt het ding ineens in beweging. Ik moet afstoppen, maar de stroom dreigt ons tegen een havenhoofd te zetten. Dus volgas achteruit en buiten wachten tot die rare cat klaar is met zijn manoeuvre. Daarna kunnen we veilig naar binnen, hoewel er zoveel stroom staat dat het ons doet denken aan de haven van Willemstad toen er nog getij was op het Hollandsch Diep. En de pont, die hier heen en weer gaat, doet sterk denken aan het veer Anna Jacobapolder-Zijpe, dat ook altijd als een krab moest oversteken om te compenseren voor de sterke stroming.
Årøsund
We liggen prima aan een langssteiger, waar inderdaad een bordje op hangt dat deze plaats alleen bedoeld is voor lengtes meer dan 12 meter. Er zijn er in totaal drie van, dus het nut van op tijd aankomen is weer eens bewezen. Na aankomst eerst naar de betaalautomaat, die zit bij het havenkantoor en het lijkt erop dat er ook een terras is met uitzicht op de haven en op de Sund. Er zitten gezellig een aantal Denen aan een tafel met een pot koffie voor hun neus. Als we vragen of er kans is op een biertje op het terras moeten ze hartelijk lachen en ze wijzen naar het dorpje, en zeggen dat de dichtstbijzijnde winkel de campingwinkel is, anderhalve kilometer verderop. Dat gaan we niet doen. Vanaf de boot hebben we een prachtig uitzicht over de Sund en op het eiland Årø. We gaan eens een rondje lopen. Op weg naar de veerhaven komen we langs de vissershaven, waar een sneu houten kottertje half gezonken in een ring van oliedammen ligt. We hopen dat hij ooit weer betere tijden krijgt.
Årøsund is een lief klein badplaatsje, het heeft een smal maar goed gebruikt strand, en er staat een oud en vervallen monumentaal badhotel, dat in de steigers staat en kennelijk gerenoveerd wordt. We drinken een biertje bij de friettent – die zichzelf Grill noemt – tegenover de veersteiger, en als het op is gaan we een strandwandeling maken. Stel je er niks van voor: die duurt tien minuten, groter is het strand niet. Iemand heeft een gezellig zitje aan het strand gemaakt, compleet met vaasje bloemen. Omdat er hier nauwelijks getijverschil is en het strandje niet aan open zee ligt, blijft zoiets ook gewoon staan.
door de klapbrug
Het is zaterdag 29 juli en het weer is donkergrijs. Maar we moeten verder naar het zuiden. De wind is weer erg zwak en recht op kop, en bovendien werd er op het internet gesproken over onweer, dus het is maken dat we zo snel mogelijk in Sønderborg komen, op de zuidelijke rand van Denemarken. We moeten over een flinke plas water dus we zijn om zes uur alweer vertrokken. Hoe verder we naar het zuiden komen, hoe donkerder de wolken. Regen zit daar geheid in, het ziet er niet uit als onweerswolken. We zijn maar weer eens blij met onze kuiptent, waar we beschut en droog zitten.
We moeten vandaag 27 mijl afleggen en aan het einde wacht Sønderborg met en vijf meter hoge klapbrug. Op de kaart staan alle lichtencodes die op de brug staan, en er moet een bord staan met de volgende openingstijd. Als we na een uur of vijf de brug naderen, stuurt Zeger een berichtje dat de Dannebrog, het Deense koninklijke jacht, in Sønderborg ligt. Hij kan dat zien op de AIS-gegevens. We zijn benieuwd. Maar eerst moeten we door de brug. We komen kennelijk te vroeg aan, een Deens zeiljacht sukkelt langzaam richting brug als wij hem oplopen. Volgens de kaart luistert het brugpersoneel uit op kanaal 16, dus ik roep hem maar op. Er komt geen antwoord. Dicht bij de brug kan ik uiteindelijk het minuscule lichtbordje lezen: 13.38. Als zich meer jachten verzamelen weten we dat het wel goed komt. Eén van de jachten is de Hunze, een Nederlandse ‘Luxe Motor´, een van een fraai klassiek vrachtscheepje afgeleid motorjacht. Als we door de brug gaan zien we de schipperse met een camera op ons gericht, en Noud maakt ook gauw een foto van de Hunze. Misschien vragen jullie je af hoe we die foto’s dan uitwisselen. Dat is simpel. Er is een besloten Facebookgroep genaamd ZeilNoord, en daar kun je met andere ‘noordvaarders’ allerlei berichten uitwisselen en natuurlijk ook foto’s plaatsen.
Sønderborg
Als we door de brug zijn zien we recht vooruit de Dannebrog al liggen. Het is een schitterend klassiek motorjacht. Aan de kade van de stad zijn nog wel wat plaatsen vrij, maar morgen gaat het hard waaien en is het daar precies lager wal. Met het risico dat je dan ook nog eens anderen langszij krijgt… nee, geen zin in.
Dus het wordt de marina, die een minuut of twintig lopen van de stad ligt. Dat kunnen we wel aan. Bij het afmeren in een box trekt de wind aan tot 18 knopen, vreselijk vervelend als je moet passen en meten. Ik draai het schip in het krappe watertje dat achter de box langs loopt, om niet mijn ‘foute draai’ te moeten doen. Heerenleed draait beter naar stuurboord dan naar bakboord, dat heeft (voor de leken) te maken met de draairichting van de schroef. Het helpt, maar de dit jaar aangelegde schaaflijnen die de romp precies op het breedste punt beschermen, zijn wel nodig om geen (nieuwe) krassen te maken. Als we liggen is het zowaar weer wat opgeklaard en we wandelen, gewapend met de twee boodschappenkarren die we aan boord hebben, naar de stad. Sønderborg is niet zo groot, maar het heeft een prachtig waterfront met een oude kazerne en daarvoor prijkt de Dannebrog. Vooral het achterschip en de boeg zijn rijk bewerkt. De Deense maritieme vlag is één van de meest elegante ter wereld. Allereerst dat prachtige Noordse kruis, en dan de sierlijke punten die de vlag heeft. Dat zorgt natuurlijk wel voor wat extra slijtage, en we zien dat zelfs De Dannebrog wat rafels aan de punten van haar vlag heeft.
We blijven een dag liggen. Als we op zondagmorgen – het is 30 juli – wakker worden is het best aardig weer. We vragen ons af of we niet toch weg moeten. Maar even later betrekt het en begint het vertrouwde gefluit door het want van alle jachten weer. Later op de middag komt het er met bakken uit. Noud heeft in de tussentijd nog net een was gedraaid en die krijgen we in de harde wind nog zo goed als droog ook. In de kuip draperen we de boel voor het laatste beetje vocht. Morgen willen we weg. We willen de Flensburger Förde in, die schijnt erg mooi te zijn. We zijn dan nog niet helemaal Denemarken uit, want de Förde vormt de grens met Duitsland. De Denen hebben er ook een Deense naam voor: de Flensborg Fjord. Aan de noordkant lijkt een leuke ankerplaats te zijn. We gaan het zien.
Prachtig verhaal om te lezen in het natte herfstachtig Nederland.
Ik sta er versteld van dat er zoveel bij komt kijken om te varen. Of moet ik het zien als, wij met de auto naar Italië rijden , 11uur met the kids op de achterbank en auto volgepakt , moeder met volle tassen bij haar stoel om iedereen te voorzien van voedsel en drank en dan blij zijn om even je benen te kunnen strekken. In ieder geval nog heel fijne weken en goede vaart.
Nou, zo is het niet helemaal Mieke. Er zijn te veel factoren die je zelf niet kunt beïnvloeden. Weer, wind, zeegang, allemaal maar heel betrekkelijk voorspelbaar dus je moet erop inspelen als het anders komt dan je verwacht. Maar we drijven nog en we leven nog!
Och Peter, was eigenlijk als grapje bedoeld, maar er komt veel bij kijken en inderdaad zijn jullie ook afhankelijk van factoren waarop je geen invloed hebt. Ik vind het SUPER knap dat jullie dit avontuur zijn aangegaan en ons voorzien van de mooie foto’s en jullie bevindingen. Lekker genieten en behouden vaart.
Heerlijk om je verhaal weer te kunnen lezen en veel succes en plezier bij het augustusvervolg. Bedankt en hartelijke groet Jelle
Het is een plezier om ze te schrijven, Jelle, zo beleven we de reis nog eens, maar dan vanuit de spreekwoordelijke luie stoel.
Graag jullie nieuws mail.
Wij houden van goed geschreven stukken
We sturen ze graag Fokke, maar volgens de wet op de privacy met je jezelf even inschrijven. Scroll even helemaal door naar onder aan de pagina, na de reacties, en je kunt je mailadres achterlaten. Dan krijg je automatisch de nieuwsmailtjes. En dank voor het compliment.
Hoi hoi. Super verhaal weer deze plaatsjes komen me bekend voor zijn wij ook geweest. Je hebt daar veel bruinvissen. Prachtig om te zien. Troost je wat het weer betreft het is hier ook kl#te veel regen en harde wind. Gelukkig nog een weekje werken misschien knapt het nog wat op. Het gaat er maar ruig aan toe daar bij jullie asbak en koffiepot kapot als het daar nu bij blijft dan valt de schade nog mee behalve je berghout is dan wel weer zonde maar ook te overzien. Nou net als anders de afsluiter: veel plezier en veel veilige mijlen
Dank je wel. Het is inderdaad zo, we hebben allemaal rotweer. Het is wat het is dus we doen het ermee.
Wat een geweldige mooie koffiepot! Ik neem aan dat het die witte is? 😉 😉 Nog veel plezier daar…. Yvon
Ja, het is de witte. De zwarte was te klein geweest. Was wel gemakkelijker geweest hem in het donker te vinden met de fluorescerende randjes natuurlijk.
gelukkig… Ik was even bang dat het de zwarte was. En de witte de asbak voor Noud. LOL, Grapje!!
Yep, de witte. Op Madeira hebben we de RVS uitvoering.
Wat een enorm leuk verhaal weer! Ik geniet mee. Die vlag strijken is wel bijzonder, hè.
Ik hoop dat jullie plannetje om naar de Förde te gaan, gaat lukken.
We zijn al in de Flensburger Förde. Vanmiddag om een uur of half twee vertrokken en om half zeven lagen we. Alles kunnen zeilen, behalve de laatste 3 mijl.
Dat wat super gepland. Ook een prachtige omgeving daar. Hoop dat het weer beter is dan hier er is windkracht 7 opkomst, onweer en heel veel regen. Bah.