Biesbosch revisited

Square

Ik schreef het eerder: ik was niet zo voor een bezoek aan de Biesbosch. Ik zag nogal op tegen de sousa met de bruggen over de Beneden Merwede die besproken moeten worden en ik ben nooit zo blij met het rondjes draaien op een druk vaarwater waar grote beroepsvaart je om de oren vliegt. Maar eerlijk is eerlijk: het was het meer dan waard. Toen de deuren en de brug van de Biesboschsluis achter ons dicht gingen opende zich het prachtige gebied waarin we allebei in onze jeugd al rondvoeren in open zeilboten. We hebben het gebied nog als écht zoetwater-vloedbos gekend, hebben het sluiten van de Haringvlietdam en daarmee het wegvallen van vrijwel het hele getij meegemaakt, en uiteindelijk de brandnetel-explosie, resultaat van het uit evenwicht brengen van dit unieke gebied.

En nu zijn we een halve eeuw verder. We zien dat de natuur een nieuwe balans gevonden heeft, de brandnetels zijn voor een deel verdrongen door allerlei andere planten, de rietkragen hebben zich hersteld. En zo laat in het seizoen – we schrijven alweer 18 augustus – is de grootste drukte voorbij.

Als we om ons heen kijken op onze ankerplaats in het Spijkerboor, dan zien we dat sommige dingen nieuw zijn, andere dingen vertrouwd. Nieuw is de Aakvlaai, een aangelegd stuk Biesbosch dat we nog niet kennen. We nemen de bijboot, die ons al heel wat plezier bezorgde deze zomer, en we maken een toertje door dit nieuwe gebied. Hier zijn een aantal invaarten afgesloten, zodat de natuur niet verstoord wordt door menselijke aanwezigheid. In een aantal kreken mogen boten naar binnen, vreemd genoeg zijn er kabels gespannen over een aantal invaarten, zodat motorboten er wel in kunnen maar zeiljachten niet. We snappen daar niets van. We varen een rondje door de toegestane kreken, mooi, zeker, en al volwassen als je dit deel van de Biesbosch vergelijkt met de oude delen. Maar ook wel ‘meer van hetzelfde’. In het hart van de Aakvlaai schijnt wel een grote beverkolonie te zitten, maar daar kunnen we niet bij, en dat is niet erg. Laat ze maar met rust. Visarenden zijn er ook, en meer vogels die het tot voor een jaar of tien moeilijk hadden in Nederland. Als we terugvaren zien we hoe mooi Heerenleed achter haar anker ligt in het Spijkerboor. Aan boord genieten we van de vertrouwde dingen. De Zilvermeeuw, de rondvaartrederij die wij wegens haar succes vroeger het ‘goudhaantje’ noemden, vaart nog altijd haar rondjes, zij het dat haar schetterende luidsprekers van vroeger, waarmee de toeristen uitleg kregen, nu wat gedempt zijn. Ook de postboot is er nog altijd, Niet meer in haar vuurrode PTT livrei van vroeger, maar met het moderne post.nl logo. Hoe lang no

De Aakvlaai. Mooi, maar meer van hetzelfde.
Heerenleed voor anker in het Spijkerboor.
De Zilvermeeuw vaart nog altijd haar rondjes.
Ook de postboot is er nog!

We verbazen ons over een nieuw soort bootverhuur. Een heuse blokhut op een drijvend ponton. We hadden er al eentje vlak bij ons zien liggen, in de invaart van een kreekje, en gezien dat het ding er eigenlijk heel leuk uitziet. Later zien we er nog eentje van dichtbij en spreken we met de huurders: het blijkt dat het vaartuig door elektromotoren wordt aangedreven, maar wel een aggregaat heeft om de accu’s op peil te houden. Koken en douchen (buiten en zonder gordijn) is met behulp van gas, en naast een anker heeft het ding twee spudpalen, een soort palen die je in de grond kunt laten zakken en waarmee je dan verankerd ligt. Niet slecht bedacht! Maar eerlijk is eerlijk: varend blijft het een raar ding! Mooier is de aloude zalmschouw, waarvan er hier nog heel wat rondvaren. Als er eentje langskomt maak ik gauw een plaatje van het karakteristieke silhouet. Dan wordt de stilte onderstreept door het langzaam ploffen van een oude scheepsmotor. Het prachtig gerestaureerde vrachtscheepje dat voorbijkomt moet ook even op de plaat.

de blokhutboot: raar ding als het vaart!
De zalmschouw: karakteristiek silhouet in de Biesbosch.

mooi gerestaureerd vrachtscheepje.

Dan wordt het tijd voor een hoogtepunt: de Sloot van Sint Jan. Het hart van de Biesbosch, bekend bij alle Biesboschvaarders en een belangrijke plek gin 1943-44, toen de Duitse bezetters hier nogal wal zweetdruppels lieten vallen wegens hun angst voor dit onbekende gebied. Het is een slootje met een klein brugje, alle zeilboten moesten – en moeten – hier hun mast strijken. De brug is symbolisch voor de smokkelroute van bezet naar bevrijd Nederland. Het is echt een stuk jeugdsentiment, en we maken heel wat foto’s, die we hieronder als diashow publiceren. Zo kun je ze op je gemak allemaal bekijken.

Als we de sloot van Sint Jan verlaten varen we nog een stukje het Middelste Gat van de Plomp in. Daar zien we dat er in de Biesbosch nog flink gewerkt wordt. We hadden de pontons en machines al gezien, maar het lijkt erop of er een flink stuk kaal en open wordt gemaakt. Later horen we dat dat voor drinkwatervoorziening is: er zijn nog altijd een aantal spaarbekkens in de Biesbosch. We varen weer terug naar Heerenleed op haar ankerplaats. Op de satellietopname van Google Maps had ik een piepklein kreekje gezien. De ingang is nauwelijks te zien, maar we vinden hem. Het is een kreekje dat naar de weidse naam ‘Middelste Gat van het Zand’ luistert en het gebied waar het ingaat is het Benedenste Jannezand. We varen erin en volgen het kreekje tot het in een prachtige poel uitkomt. We gaan aan land, zekeren de bijboot aan een omgevallen boom en zien dat er nog wat resten liggen van de vloer van een griendwerkerskeet. Er loopt een pad, waarin we hier en daar een voetbrugje tegenkomen. Waarschijnlijk onderdeel van een wandelpad dat hier voor natuurliefhebbers is aangelegd. Ik maak eerst een panoramafoto, die 360˚ rond gaat. Vanzelf, als je niets doet, of zo snel of langzaam als je gaat met veegbeweging of muis. Het is hier adembenemend mooi. Bekijk het panorama vooral op je volledige scherm en klik rechts onder in het beeld de hoogste resolutie aan als je niet op je mobiel internet zit.

De andere foto’s heb ik weer in een diashow ondergebracht. Bekijk ze hieronder in de presentatie.

Als we weer aan boord zijn belt Berendien. Ze wil ons heel graag opzoeken en vraagt waar we morgen heen gaan. We merken dat het ontzettend ingewikkeld kan zijn om afspraken met mensen van de wal te maken. Vaak liggen we op onbereikbare plekken, vaak weten we nog helemaal niet waar we uitkomen morgen, en soms hebben we een plan dat niet uitvoerbaar blijkt door het weer, de wind, of andere elementen. Dan lijkt het net of we ‘de boot afhouden’ en als we niet oppassen gaan we ons er ook nog schuldig over voelen. Daarom maken we gewoon liever geen afspraken als we onderweg zijn. Daarom ook hadden we in Steenbergen aan het begin van onze rondreis door Zeeland een boordborrel gehouden. Maar ja, niet iedereen kon erbij zijn en de afwezigen willen hun schade inhalen. Vaak hebben ze een heel klein tijdslot waarin dat dan moet gebeuren. Maar ja, we zijn geen auto die je op een parkeerplaats gewoon even stil kunt zetten. Het blijft lastig en we kunnen er niet veel aan veranderen. Eigenlijk willen we er ook niets aan veranderen want voor je het weet zit je je in bochten te wringen om afspraken te kunnen ‘halen’. Op een zeilschip is dat geen goed idee. Het is een veelgehoord probleem van mensen die op een jacht wonen en varen. Goed. Waar zijn we morgen? Noud roept dat hij naar het Gat van de Kerksloot wil. Ook daar zijn we over land niet bereikbaar. We laten het er even bij, maar dan realiseert hij zich dat hij zich vergist heeft: hij wil naar het Gat van den Kleinen Hil. Daar vlakbij is het Biesbosch-museumeiland. Als ik dat hoor bel ik terug: Berendien is altijd wel voor een museum te porren. We spreken af vroeg in de middag van de volgende dag. Dat moet haalbaar zijn. Het geeft ons genoeg tijd om een goede ankerplek te vinden en te verkennen waar we met de bijboot kunnen landen. Het eiland is met een brug ook over land bereikbaar vanuit Werkendam. Maar de oplettende lezer zal het gezien hebben: we hebben een afspraak, maar er zitten een paar onzekerheden in die pas verdwijnen als we er daadwerkijk zijn, en de nodige landingsplekken gevonden hebben. Heerenleed kan in de Biesbosch vanwege haar diepgang nergens aan wal komen.

We varen dus de volgende ochtend naar het museumeiland. Dat is weer een beetje zoeken (nog zo’n onzekerheid), en we lopen door een verkeerde kaartinterpretatie van ondergetekende een keer stevig aan de grond. Tja, het is de Biesbosch. Om een uur of elf liggen we voor anker. Alweer een schitterende plek. We gaan verkennen en zien dat we bij het museum aan de minuscule jachtensteiger met de bijboot wel kunnen aanleggen, maar alleen tijdens openingsuren van het museum, daarna kun je van die steiger niet meer af. Maar bij de autobrug is een min of meer bruikbare landingsplaats. Zo kan Berendien blijven eten en kunnen we haar later aan land brengen.

Het Biesboschmuseum is een heel bijzonder gebouw, ingebed in het landschap en min of meer onder de grond gebouwd. Het is een bezoek zeker waard, al was het alleen maar om de bijzondere architectuur. Maar ook de uitleg over het verleden en heden van de Biesbosch is prachtig in beeld gebracht, en ondanks onze grote bekendheid met het gebied leren we dingen die we nog niet wisten. De beelden van vroeger zijn soms een feest der herkenning. Goh. Zijn we écht al zo oud? We hebben geen beelden gemaakt van de expositie. Gewoon even de link naar het museum volgen voor meer info. Maar het is echt een aanrader. Met een museum jaarkaart mag je er gratis in. Hieronder de foto’s van de gebouwen in een diashow.

We nemen Berendien met de bijboot mee aan boord. Het is schitterend weer en we eten in de kuip. Vlak voor donker brengen we haar terug naar de wal, waar op de parkeerplaats haar auto staat. We maken nog een foto van Heerenleed voor anker hier midden in de wereld.

Om een idee van het gebied te krijgen sluiten we een kaart in. Als je die iets vergroot zie je al gauw waar het museumeiland ligt. Je kunt ook zoeken naar de eerder genoemde plaatsen in de Biesbosch waar we al waren. Google kent de meeste wel.

De volgende ochtend vertrekken we naar Drimmelen. Onze ‘vaste schipper’ Zeger komt aan boord en zal met ons meevaren naar Amsterdam en wellicht nog verder. We verlaten de Biesbosch door de Spieringsluis, vlak bij het museum, en varen via de prachtige Nieuwe Merwede om de ‘Jacomien’ , zoals wij de Jacominaplaat, de zuidwestelijke punt van de Brabantse Biesbosch, altijd noemden. Dan via de ons meer dan vertrouwde Amer naar Drimmelen.

voor anker bij het Museumeiland

De Spieringsluis.

Om de 'Jacomien'

Er is tegenwoordig een Spar in Drimmelen, dus we kunnen inslaan voor de reis terug naar het noorden. Onderweg komen we niet in de buurt van winkels. Drimmelen is en blijft een megalomaan grote betonnen bak, een lelijke haven met belachelijke prijzen, zo horen we. Het dorp heeft zo te zien Côte d’Azur pretenties, met een beach club (een kroeg met en hoop herrie aan een kleine zwemplas) en er loopt een experiment met een zelfrijdende bus. We hadden dat wel eens willen meemaken, maar de dienstregeling klopte niet en we zijn maar gaan lopen toen we zagen dat hij allang weg was.

We zijn aan het einde van onze zijsprong naar de Biesbosch. Ondanks mijn aanvankelijke bezwaren vond ik het prachtig. Ditmaal hebben we alles kunnen doen wat we wilden, in tegenstelling tot ons vorig bezoek in 2016 (onderaan in het artikel). Daar heeft het weer erg aan meegewerkt, maar ook de ‘nieuwe’ oude bijboot die we hebben en die veel beter geschikt is voor ons gebruik! Er is heel veel gedaan de laatste jaren en we willen zeker nog eens terug, als dat zo uitkomt. Vanavond komt Zeger aan boord. In de volgende aflevering pakken we daar de draad weer op.

Comment

7 Replies to “Biesbosch revisited”

  1. Een uitgebreid verhaal dat nieuwsgierig maakt.
    Volgend jaar maar eens proberen.
    Aan het ankeren kan het niet meer liggen.
    Een nieuwe Elektrische ankerlier ligt inmiddels op de klus zolder te wachten op montage tijdens de komende winter.

    1. ja dat kan ook, dat stond ook ergens in de tekst. Die bloem is een varieteit van de Springbalsemien.
      Overigens, ik moest jouw reactie modereren, het ziet ernaar uit dat je nog niet eerder met dit mailadres op deze website hebt gereageerd. Ik hoef dat maar één keer te doen, dan laat de site ze in het vervolg zelf meteen door.

  2. Weer interessant leesvoer. Wonen op en varen met de boot, heeft veel voordelen, ook nadelen, 1 ervan is, dat je voor je vrienden aan de wal, niet altijd en overal bereikbaar bent. Aan wal heb je ook niet altijd tijd voor afspraken ad hoc . .

    1. Ha, nee, inderdaad. Maar ad-hoc is nog niet zo erg. Ver vooruit is een drama. dat is aan boord van een jacht gewoon niet te plannen. Het probleem is, de mensen aan de wal rekenen erop, en je kunt zo’n afspraak meestal alleen met heel veel bokkesprongen nakomen. Snap je nu ons feestje in juli?

Comments are closed.