bodden

Square

Het gebied dat we willen gaan bevaren is het Boddengebied van Vorpommern. Een Boddenkust noemen wij in het Nederlands een haffenkust. Het is een zandige kust, met strandwallen waarachter je water aantreft, en de strandwallen kunnen schiereilanden of eilanden zijn. We zijn van plan om daar uitgebreid te gaan rondscharrelen, maar we moeten er eerst komen. De dichtstbijzijnde ingang van het gebied ligt bij de zuidpunt van het strandeiland Hiddensee. En dat is vanuit Rostock niet naast de deur.

vroeg op

We staan op vrijdag 7 juli om half zes op want we denken dat het verstandig is om om zes uur te varen. We hebben de windverwachtingen bekeken en die zeggen dat er west-zuidwest drie staat, in de middag west-noord-west 3. Dat zou mooi zijn. Te mooi, zoals al snel zou blijken. We zijn op tijd los, en met een kop koffie in de hand motoren we de zeven mijl tot aan Warnemünde, het zeilcentrum van Rostock. Behalve de veerboot naar Zweden is er nog niemand wakker. We zetten zeil want er staat een briesje, maar het is van korte duur. We moeten vandaag een dikke 50 mijl afleggen, dus we moeten wel de gang erin houden, zeker zo vroeg op de dag. We hadden de afstand graag in tweeën gehakt, en theoretisch zou dat kunnen als we konden overnachten in de vluchthaven Darsser Ort. Maar die haven is alleen voor noodgevallen toegankelijk, en bij dit weer kunnen we een hoop verzinnen maar een noodgeval is wel ‘pushing it´. Daarbij komt dat in de havengids van de NV kaarten staat vermeld dat de haveningang kan zijn verzand, een risico dat we maar niet nemen. Er komt een nieuwe haven buiten het natuurgebied Der Darss, en het werk eraan is begonnen. Het wordt een soort atol van rotsblokken of basalt, en in de bijna gesloten ring komen boxen. Er komt een loopbrug naar de wal zodat je het natuurgebied kunt bezoeken. Maar zover is het nog niet en we moeten de afstand in één keer overbruggen. . We rollen de genua in en starten de diesel maar weer, en pal voor de weinige wind motoren we door totdat we om de kaap en het rif Darsser Ort heen zijn . We horen daar inderdaad het geratel van rotsblokken die alvast worden gestort.

briesje

Inmiddels is er een briesje gekomen en hij komt zowaar uit het west-noordwesten. Veel is het niet, maar het weer is prachtig, we hebben de helft van de afstand er wel op zitten dus we trekken onze veters aan en verzamelen al onze moed om de toch wel erg grote toerspinnaker te zetten. We zien daar altijd erg tegenop, maar we weten ook dat het zeil met zijn 120 m2 het verschil uitmaakt tussen zeilen en motoren bij weinig wind. Achteraf valt het ook altijd mee. We hebben er nog geen slurf voor, maar wel een heel mooi stukje beslag op de halshoek van het zeil, waar je onder spanning de halstalie mee kunt losmaken. Dan wordt het een soort vlag. Als je dan afvalt tot vrijwel voor de wind, dan kun je aan de schoot het zeil achter het grootzeil trekken en zo bergen in de kuip. Als het zeil staat kunnen we een flink aantal uren zeilen in de goede richting, zelfs op de stuurautomaat en we hoefden niets te verstellen. De snelheid schommelde tussen de drie-en-een-half en vier knopen. Genieten geblazen. De zee is compleet vlak en we houden het vol totdat de wind ineens schift en we op een bij-de-windse koers terecht zijn gekomen. Dus afvallen, stuurautomaat op nieuwe koers instellen, halshoek losmaken en de spi in de kuip trekken. Er wordt maar een heel klein puntje nat, dus we zijn tevreden. We zeilen nog een tijdje door, maar dan is de wind op en voor het laatste uur naar de zuidpunt van Hiddensee moet de motor aan.

ankeren

Voor de havens van Hiddensee moet je vanaf de zuidelijke invaart een enorme omweg maken vanwege een grote ondiepte die zich wel vijf mijl ten zuiden van het eiland uitstrekt. Dat zou in totaal nog weer een dikke vijftien mijl extra zijn, en dat gaan we vandaag niet doen. We hebben een ankerplaats gevonden onder het eilandje Der Bock, een natuureiland dat westelijk van de zuidpunt van Hiddensee ligt. Eerst proberen we de ankerplaats Reede, maar het stroomt er als een idioot en het anker houdt niet. Dus we gaan iets verder naar het westen in het vaarwater tussen Der Bock en het vasteland. Daar houdt het anker meteen, en wel zo goed dat de neus van Heerenleed duikt en de rem van de ankelier slipt. Gauw de haak erop en we liggen. We installeren de zonnepanelen en richten ze, zodat we al snel de accu´s weer zien vollopen. Met een glaasje en het avondeten in de kuip zien we de zon ondergaan. Einde van uiteindelijk toch een heel mooie zeildag.

nieuw gebied

Noud voelt zich op zijn best maar matig de volgende ochtend, het lijkt erop dat hij ergens weer corona heeft opgelopen. Het is allemaal niet zo erg, wel vervelend, maar we zijn in een nieuw gebied aangekomen dat we niet kennen, en de ankerplaats is zo mooi dat het een goed idee blijkt om gewoon een dag te blijven liggen.

We genieten van het prachtige glooiende landschap, goudgele graanvelden, bossen, een rood-witte geleidelichtmast en een paar huisjes op palen die we er eerst van verdenken VoPo wachthuisjes te zijn, maar die we later toch eerder natuur-observatiehutten willen noemen. Ik maak foto´s, maar er blijft van al het moois niet veel over. Dus pak ik mijn aquarelpapier, kwasten en verf en ik maak een impressie van ons prachtige uitzicht. Intussen is er genoeg te doen, ik begin natuurlijk met het richten van de zonnepanelen en om 11 uur zijn we alweer aan het druppelladen begonnen. Er komen allerlei boten voorbij, dus we vervelen ons niet. Ik ga met de bijboot naar de wal om te kijken of we ergens een landingsplek vinden, maar die zijn hier niet.

Barther Bodden

We houden natuurlijk een half oog op het weerbericht. Er zit onweer aan te komen, hetzelfde systeem waar Nederland alweer de volle laag van heeft gehad, maar we hebben nog een dag respijt. Dus we gaan op zondag ankerop en we zeilen op alleen de genua naar een ankerplaats in de Barther Bodden. Alleen de genua, terwijl er niet erg veel wind staat. Maar de geulen zijn hier soms echt heel smal en er moeten soms best grote rondvaart- en veerboten doorheen, dus je wilt je snelheid onder controle houden. Op sommige plekken kun je echt geen meter naast de geul, dus we doen het rustig aan. Na toch wel weer een flink deel van de dag laten we het anker vallen in de zuidoosthoek van de Barther Bodden. De Bodden zijn grotendeels erg ondiep, maar met het scherm met OpenCPN voor mijn neus kan ik zien of we nog in voldoende diep water varen. Grote luxe. Met de bijboot vaar ik even naar de wal, waar een klein strandje te zien is. Er blijkt verscholen achter de bossen een camping te zijn, waar het strandje voor bedoeld is. En een groot aantal paarden, want kennelijk is het een ruiterkamp. Allemaal erg vriendelijk en zo te zien kleinschalig. Ook hier staan de Oostzee-strandkorven, die je hier echt overal ziet. Niet helemaal hetzelfde als de klassieke Nederlandse, want deze kunnen achterover in ligstoelstand.

Barth

Voor maandag zijn de onweerskansen groter. Noud is voor dag en dauw wakker en maakt een indrukwekkende foto van de zonsopgang. Daar hoort een spreekwoord bij: morgenrood, water in de sloot.

We willen naar Barth, en we willen zorgen dat we voor de bui binnen zijn. Het is maar een wippie, en we zijn er al best vroeg. We hebben de hele dag nog voor ons, maar als we aankomen en we hebben ons nét in een vrij smalle box geperst gaan alle sluizen open. Snel de kuiptent erin, en voor de zoveelste keer prijzen we ons gelukkig dat we hem hebben. Als het droog wordt gaan we de wal op. Barth wordt gezien als hét zeilerscentrum van de regio. We zetten ons een beetje schrap voor een soort Drimmelen, of, erger, Monnickendam of een andere massale haven, maar dat bleek niet nodig. Er zijn vier jachthavens op een rij, maar ze zijn allemaal mini. We liggen bij de Seglerverein Barth en we betalen het astronomische bedrag van wel veertien hele euri. Barth is een lief stadje, en het mag dan het watersportcentrum zijn waar je voor alles terecht kunt, maar van dat alles is er dan ook maar één. Eén watersportzaak, één motorhersteller, één jachtwerf. Meer dan genoeg. Supermarkten zijn er wel meer, maar ook daarvan hebben we er maar ééntje nodig.

Als je goed kijkt zie je toch hier en daar sporen van het DDR verleden. Maar het lijkt wel alsof ze in deze streek daarom extra hun best hebben gedaan om alles zo vriendelijk te laten ogen. Veel bloeiende planten in het straatbeeld, de meeste huizen goed in de verf en veel vriendelijke terrasjes overal. En aan de haven zelfs de meerpalen opgeleukt! Ook in Barth ontbreekt de kerk in baksteengotiek natuurlijk niet.

internet

Als er één ding is waar ze hier echt in achterlopen dan is dat het hebben van draadloos internet in de havens. Ook Barth heeft het niet, en we zien dat we echt zuinig moeten gaan doen met de data die we op ons ‘onbeperkt’ abonnement van T-Mobile hebben. (niks onbeperkt dus, als je een meter over de grens gaat). We komen langs een Vodafone winkel en daar horen we dat we voor 15 Euro een prepaid datakaart met 8 GB kunnen kopen. Nog niet veel, maar we halen er hopelijk nét de nieuwe maandvoorraad van 35 GB van T-Mobile mee. Nou zou je denken met een prepaid kaart: zet hem in een telefoon, maak een mobiele hotspot aan en je hebt internet. Niets daarvan dus. Eerst moet je een app downloaden. En dat kan dan niet omdat Vodafone Duitsland denkt dat wij (Nederlands toestel) in Nederland zijn. Uiteindelijk lukt het om de telefoon (het was een inmiddels ongebruikt reservetoestel) naar de fabrieksinstellingen terug te zetten en op Duits in te stellen, in de hoop dat we daarmee de app wél konden downloaden. Dat lukt nu ook, en vervolgens wil Vodafone dat je een account aanmaakt. Ook dat gedaan, met alle ins en outs die ze allemaal willen weten (bijna ook de kleur van je ondergoed) en als je dan klaar bent zegt de app ‘oooops. Er ging iets mis. Probeer het later nog eens’. Na zes keer hebben we het opgegeven. Zeperd dus. Hoewel, als we ergens in Duitsland een Vodafoneshop zien dan gaan ze het regelen.

Zingst

Op dinsdag verlaten we Barth en we steken over naar Zingst. Het is niet heel ver, maar toch met alle slingers die de vaarweg maakt wel een mijl of tien, en we doen er zeilend de hele dag over. Het is mooi weer met heel weinig wind, maar dat mag de pret niet drukken. Ook hier weer smalle geultjes, maar hier en daar een stuk waar je er ook wel buiten kunt; het blijft opletten. Als we er bijna zijn loopt ons een Duits jacht op en de schipper vraagt of we naar Zingst willen. Op ons bevestigend antwoord zegt hij: vaar maar achter mij aan, want er is maar één plek op Zingst waar je met jullie maat kunt liggen. Het valt ons trouwens overal hier op hoe behulpzaam de watersporters nog zijn. Bij ons in Nederland is het eerder uitzondering dan regel, maar hier wordt je lijntje al heel gauw aangepakt en groeten op het water doet echt iedereen, watersporter én beroeps. Ook nu worden onze lijnen aangepakt en we liggen bij de miniatuurhaven van de Seglerverein Zingst. Er is geen havenmeester, en je moet zelf een envelop pakken met een aanmeldbriefje erin. Daar schrijf je je gegevens op en je doet het geld er bij, en dat gaat dan in een speciale brievenbus. Stroom en water gratis. De ligplaats is hier niet echt goedkoop: 2,50 euro per meter. Maar kom daar op Vlieland eens om.

baklap

Zingst was al in de 19e eeuw een badplaats, en we komen er niet goed achter of het nu een eiland is of een schiereiland.
Er lopen allerlei watertjes die het tot een apart eiland zouden kunnen maken, maar nu zit het in elk geval met een weg vast aan het ‘vorige’ schiereiland Darss, dat op zijn beurt weer vast zit aan Fischland, dat dan weer aan het vasteland vast zit en dan ben je weer aardig in de buurt van het verweg gelegen Rostock. Na de tweede wereldoorlog hebben de Genossen van de DDR bedacht dat Zingst maar een vakantieoord moest blijven, en het werd in die periode een ‘Anerkanntes Erholungsort´. Ze kwamen alleen wat staatsonderkomens te kort, en veel bezitters van huizen werden vals van één of andere misdaad beschuldigd om hun huizen te kunnen onteigenen zonder compensatie. Gelukkig zijn de eigendomskwesties na de ‘Wende’ door Treuhand behoorlijk goed uitgezocht en opgelost. Nu is Zingst gewoon weer een vakantiebadplaats zoals het vroeger was, maar het heeft iets schizofreens. Aan de ene kant de toch best nog wel troosteloze DDR hotels, die je nog zo mooi kunt oppoetsen, maar schoonheden worden het nooit. Aan de andere kant een aaneenschakeling van etablissementen waar Zandvoort nog wat van kan leren, waar de consumptiedrang vanaf druipt. En dat alles aan een heel smal strandje dat het predikaat baklap maar nauwelijks kan waarmaken. En overal in de folders wordt opgewonden gedaan over de Seebrücke, de pier, die niets meer is dan een betonnen pad op palen dat ergens in zee gewoon ophoudt. We kunnen er goed om lachen. En dan daartussen, heel eigentijds, een prachtig oud gebouwtje van de ‘Seenotrettungsdienst’, kennellijk te klein geworden, met een nieuwe bestemming. En een half aftands oud strandhotel dat nog altijd in bedrijf is.

niet naar Rügen

We hebben er niet lang over hoeven nadenken. We weten hoe mooi Rügen is, en Stralsund is een prachtige stad, maar we zijn daar al geweest. We vinden de karakteristieke Bodden eigenlijk heel erg mooi en we willen in elk geval Hiddensee nog bezoeken. Daarna wordt het tijd om over te steken naar Denemarken. We denken dat het tussen de Deense eilanden gemakkelijker is om ons naar het westen te werken bij foute wind, dan de grote afstanden over de open Oostzee terug te moeten afleggen, met de toch best korte golfslag die we intussen hebben leren kennen. Dus nu eerst richting Hiddensee.

We vertrekken op tijd uit Zingst. Er staat een flinke wind en alle koersen zijn van de wind af, dus, weer gezien de smalle geultjes zetten we alleen de genua. Al na een half uur komt er een klein stukje van een mijl of anderhalf in de wind, dus we rollen de genua in en motoren. Als we aan het eind weer voor de wind komen te liggen staat er inmiddels ruim twintig knopen en we gaan eigenlijk veel te hard. Dus we rollen de genua in tot we nog een puntje hebben staan, en we lopen meestal meer dan vijf knopen. Dat is hier hard zat. Tussen Zingst en Der Bock ligt er alleen een haast drooggevallen plaat tussen onze geul en de Oostzee, en het is bijzonder om te zien dat je pal langs die ondiepte vaart. Het is duidelijk dat je hier geen fouten mag maken.

welletjes

Na een pittige tocht komen we weer in de buurt van onze ankerplaats van een paar dagen geleden ten zuiden van Der Bock. We vinden het wel welletjes voor vandaag. We gaan weer voor anker en we zijn, als altijd, blij dat we achter onze 65 ponds CQR-anker altijd als een huis liggen, ook met deze wind en de bijbehorende windstroom die je op de getijdenloze Oostzee al snel hebt.

Hiddensee

Als we wakker zijn gaan we meteen weg. Het is nog vroeg, maar we willen op tijd aankomen want Hiddensee is door de grote omweg die we moeten maken richting Stralsund nog altijd een dikke twintig mijl. Bovendien heeft de wind de laatste dagen de neiging door te halen na de middag, en dat willen we proberen voor te blijven. Toch is het iets rustiger dan gisteren, en we zetten de genua en de bezaan. Ook vandaag zijn de geultjes smal en vaak druk, dus we willen niet te hard gaan. Het gaat prima, wind toch af en toe boven de twintig knopen en zo komen we vroeg in de middag aan in Vitte op Hiddensee. De haven ligt goed beschut dus we hebben geen last van de wind als we in een box, die bij uitzondering eens met de kop-in-de-wind ligt, vastmaken. De havenmeester is er pas om vier uur weer, dus tijd om een verkennende wandeling te maken.

smal

Waar je in (of op) Zingst met een half uurtje van de bodden-kant aan het strand was, hier in Vitte op Hiddensee zijn het nog geen 7 minuten. We zien een mooi oud hotel een beetje verloren in het gras staan, ernaast loopt een wegje dat na honderd meter of zo al op het strand uitkomt; er tegenover loopt nog een wegje dat eindigt aan de haven, al even dichtbij.

Het strand van Hiddensee is wel wat breder dan dat van Zingst. Er lijkt ook een rudimentair soort duin, compleet met houten overgang. Vitte maakt een beetje rommelige, kneuterige indruk, gezellig en niet met de mensenmassa´s van Zingst, en ook niet met de bijbehorende huis-aan-huis horeca. Maar het lijkt ook niet de grandeur van een oude badplaats te hebben. De veerhaven doet in de verte een beetje aan Vlieland denken. Ook op Hiddensee zijn nogal wat hotels en pensions zonder compensatie onteigend in de DDR-tijd. In die tijd zijn er ook een tweetal vakantieoorden voor arbeiders uit Stralsund gebouwd, maar het is allemaal veel kleinschaliger gebleven dan op Zingst. De natuur speelt al heel lang de hoofdrol, (ook Hiddensee is een deel van het het Nationaal Park Vorpommersche Boddenlandschaft) en vanaf 1927 zijn privéauto’s al niet meer toegestaan. De eilandbus, die de vier dorpen met elkaar verbindt, is elektrisch. Er wordt al sinds ver voor de oorlog aan FKK (naaktrecreatie) gedaan en vandaag de dag is er geen scheiding op de stranden tussen gekleed en naakt verblijven en recreëren. In de DDR tijd heeft de overheid nog geprobeerd om naaktrecreatie te verbieden, maar op Hiddensee trok men zich daar schijnbaar weinig van aan.

rondreis mislukt

Eigenlijk hadden we vrijdag (14 juli) met de eilandbus de vier dorpen willen bezoeken. Jammer genoeg kregen we om middernacht op donderdagavond (heet dat dan zo?) een verontrustende melding van onze huurder op Madeira. De keermuur van onze tuin had natte plekken en dat duidde op een gebarsten waterleiding. Na flink wat over en weer gechat en gebel met onze onvolprezen goede vriend Jaap Willem Bakker, die onmiddellijk klaarstond om te gaan kijken, bleek dat het probleem in de bewateringsinstallatie van de tuin zat, die één plek alsmaar water gaf en de rest niet. Met een kuub water op één plek wil de keermuur inderdaad wel nat worden. Toen we daarin klaarheid hadden besloten we twee van de vier dorpen maar voor gezien te houden, maar we wandelden wel naar het dorp Kloster in het noorden, vlak bij een hoge keileemheuvel gelegen. Hier is wel sprake van grandeur. Prachtige oude gebouwen, waarschijnlijk als hotel neergezet, in de beboste hoek van het eiland. Kloster heeft een heel ander karakter dan Vitte, er is een vergane glorie-achtige chique die vast niet de bedoeling van de DDR-Genossen was. Rest me te zeggen dat Hiddensee een landschappelijk prachtig en afwisselend eiland is.

op naar de volgende etappe

We hebben met volle teugen genoten van deze week Boddenlandschaft. Er is veel afwisseling, prachtige natuur, rust, ruimte, veel boten, uitdagend navigeren, vleugjes DDR en heel veel oud moois. Maar nu is het tijd om te beginnen aan de volgende etappe van onze reis. De grote afstanden langs de Noordduitse kust zijn pittig gebleken, en we willen die straks niet met een ongunstige westelijke wind weer moeten overbruggen. Daarom steken we als alles volgens plan verloopt morgen over naar Møn in Denemarken. Daar zijn de afstanden kleiner en veel water is daar beschutter, zodat we ook bij eventueel ongunstige wind wat gemakkelijker onze weg naar het westen hopen te vinden. Maar dat is voor een volgende aflevering.

Comment

4 Replies to “bodden”

  1. Weer bedankt voor het even uitgebreide als spannende verslag incl. thuisproblemen en gelardeerd met schitterende foto’s en externe informatie. Ik kan er van genieten. Succes en plezier verder in Denemarken en groet uit Alkmaar. Jelle

  2. Prachtige foto’s, aquarel en dito reisverslag. Zo mooi dat jullie deze reis maken. Veel plezier in Denemarken!

  3. Goedemorgen wat een prachtig reisverslagen schitterende foto’s.
    Zo te lezen genieten jullie echt maar dat was ook de bedoeling. Nu op naar Møn in het prachtige Denemarken. En net wat je zegt de afstanden zijn kleiner en zo heb je wat meer mogelijkheden om wat te bekijken. Nou mannen zoals altijd nog veel veilige mijlen en geniet .
    Groetjes Anneke

  4. Wat een prachtige plaatjes. en interessant reisverhaal. Stiekem een beetje jaloers. Das war einmal, helaas.
    Geniet ze! liefs Janny

Comments are closed.