We blijven een paar dagen liggen op Marken. Het weer is inmiddels ronduit onaangenaam geworden, en als je dan toch ergens verwaaid ligt, dan is Marken wat ons betreft een prima plek. Klaas en Petri, die een paar nachtjes naast ons lagen met hun Marianne, zijn vertrokken naar hun thuishaven Lelystad, waar we aan het eind van de week ook verwacht worden voor de jaarlijkse ‘natte’ bijeenkomst van de Nicholsonkring, de kring van jachten van dezelfde werf als Heerenleed. Nat, omdat de najaarsbijeenkomst mét boten is. Voorlopig zijn we blij met onze plek aan de kade van Zeilvereinging het Y, eigenlijk een vereniging uit Durgerdam, maar met een dependance op Marken. We kennen de hoogbejaarde havenmeester Piet intussen goed, en hij ons ook, zodat we meestal wel op een mooi plekje kunnen rekenen. Als we beginnen te mikken wanneer we de korte dagtocht naar Lelystad zullen maken krijgen we ’s avonds een dik onweer over ons heen. De zomer lijkt echt voorbij te zijn. Weerlicht is niet van de lucht zoals je in de onderstaande youtube-video’tjes kunt zien, en de regen ratelt op het kuipdak van Heerenleed. We zijn erg blij met de zon-of-regenzeiltjes die de kuip goeddeels droog houden, ook met horizontale hoosbuien zoals vanavond.
Op donderdag, we schrijven intussen 29 augustus, is het weer aardig en we zetten zeil naar Lelystad. We hebben een mooie lopende wind en we zijn er eigenlijk zo. Als we de beruchte velden met Fonteinkruid bij Marken hebben ontweken kunnen we pal oost varen en komen dan precies bij de juiste haveningang uit. We hebben de stuurautomaat aan, die doet het sinds hij door Zeger onderhanden is genomen als een zonnetje. Prettig om niet de hele dag aan het roer geplant te zijn, maar bewegingsvrijheid te hebben. Eenmaal binnen de dammen van Lelystad strijken we de zeilen. We komen nog een Kamper Kogge tegen, een replica van één van de oudst bekende scheepstypen van Nederland. Jammer genoeg onder motor, het zou leuk zijn een dergelijk schip een keer te zien zeilen. Bekend is dat dit soort schepen de Oostzee bevoeren en in veel oude Hanzesteden te zien was. Even later wordt onze aandacht getrokken door een kitesurfer, die een surfboard mét draagvleugel heel behendig ‘zeilt’.. We maken er een klein fimpje van, moeten zelf natuurlijk ook opletten en missen daardoor nét het deel waar de surfer vlak bij pons (showbink) hoog boven het water uitsprong. Een mooi spektakel.
Wel gezien (dat kun je ook horen), maar niet kunnen filmen.
Klaas heeeft een mooie plek voor de bijeenkomst geregeld, aan de kade met ruimte genoeg om een eettafel voor ons allen op te zetten. Maar eerst moeten we nog een verkenningsrondje doen naar de Marker Wadden. Daar gaan we op zaterdag naar toe, maar we willen eerst verkennen hoe de mogelijkheden zijn om met een aantal Nicholsons daar aan te leggen.
Donderdag vaar ik met Klaas en Petri op de Marianne naar de nieuwe Marker Wadden. Er staat een stevige wind en we denderen er met de Nicholson 35 Marianne in een kleine drie kwartier heen. Het is een mooi, maar nog jong gebied, gerund door de Stichting Natuurmonumenten, en we moeten wat lachen om de niet door humor gehinderde beheerster van het ‘haveneiland’ die eigenlijk meent dat wij voor dit orienterend bezoek, waarbij we overleg willen plegen voor aanstaand weekend, de ‘gebiedsbijdrage’ moeten betalen. Haar wat nuchterder collega wuift dat voor nu weg.
Klaas en Petri blijken de vrijwillige havenmeester hier te kennen, en het wordt al snel duidelijk dat wij hier zaterdag met een stuk of vier boten prima terecht kunnen. Vooral als we aanbieden zijn vrouw en kind mee te zullen nemen, die hij anders in Lelystad had moeten ophalen. Na het nemen van een statiefoto van Klaas en Petri vertrekken we (zonder te betalen dus) weer naar Lelystad, waar de Marianne haar vaste ligplaats voor het weekend verruilt voor een plaats bij ons aan de kade.
Een beeldverslag van onze superleuke bijeenkomst van de Nicholsonkring – en van die van voorbije jaren – vind je op deze pagina. We hadden nog even geluk met het weer. Ons bezoek aan de Markerwadden was zonovergoten en we konden een groot deel van het weekend buiten zijn, en alleen het einde van de zaterdag kregen we een fikse bui over ons heen.
Na het weekend belooft het KNMI erg wisselvallig weer. De wind is vlagerig en na een hoop gepuzzel is de conclusie dat geen enkele bestemming van hier uit bezeild is. Kruisen is niet onze favoriete bezigheid, maar als we wegkomen met twee, hooguit drie slagen om ergens te komen, dan willen we dat nog wel doen. En wat wordt het dus: jawel: Marken. Met dit ongezellig weertype is Marken in ieder geval een goed uitgangspunt om naar het noorden te komen. We hebben nog een vaag plan om misschien nog naar Vlieland te gaan, of anders misschien het Lauwersmeer, maar dan moet het weer echt sterk verbeteren.
Op maandag 2 september vertrekken we. Het is redelijk zonnig en niet onaangenaam van temperatuur. We kruisen dus van Lelystad naar Marken. Omdat het in het begin stevig waait met ongezellig harde vlagen zetten we aanvankelijk ons gemakstuig: genua een bezaan. Maar we merken dat de wind inzakt en dat we te weinig voortgang maken. Het grootzeil komt erbij en dan schieten we weer mooi op. De wind trekt natuurlijk ook weer aan, en uiteindelijk hebben we een dikke 5 over het dek, maar Heerenleed legt zich op één oor en met een 7,5 knoops gang denderen we het Markermeer over. Naast vlagerig is de wind ook schifterig, daarom moet ik echt zelf sturen om zoveel mogelijk hoogte te houden. Uiteindelijk hoeven we inderdaad maar drie keer overstag voordat we de Gouwzee invaren.
We vinden Marken zoals we het het liefst zien: met een zonnetje erover en we liggen aan de kade van havenmeester Piet. Als we het weerbericht luisteren is het wel duidelijk: morgen gaan we nergens heen.
Er volgt een week met veel regen en wind. We zijn blij dat we op Marken liggen, we kunnen er boodschappen doen en voor bijvoorbeeld een slijterij kunnen we even met de bus, die elk half uur rijdt, naar Monnickendam. Als we dat willen doen en we nietsvermoedend de bus instappen blijkt dat we de snelbus hebben die ons in 20 minuten naar Amsterdam Noord brengt. Niet getreurd, daar zit een groot winkelcentrum dus we doen de boodschappen daar. Halverwege de week verkassen we naar de gratis plek van Rijkswaterstaat. De golfslag loopt nèt ongunstig de haven binnen en aan de kade liggen we wat onrustig. Daar ligt het beter nu, en uiteeraard veel voordeliger.
Tenslotte komt er een ‘weather window’ en we vertrekken na een week richting noord. Na al dat slechte weer is de wind ook zowat op. Om voortgang te maken moet de spinnaker erop. Daar zien we altijd weer tegenop, het is ook haast een voetbalveld en we moeten er altijd op letten dat we hem bijtijds weghalen als de wind aantrekt. Maar na wat wennen staat hij eer netjes bij en hebben we er met ruim 5 knopen goed de sokken in.
In de buurt van Enkhuizen moet de spi er natuurlijk af, en dat gaat eigenlijk heel goed. Vóór de wind wegvallen, halshoek losmaken (daar hebben we een mooi stukje beslag voor: een haak die onder spanning open kan), dan de schoot strak naar binnen om de spi achter het grootzeil, dus in de luwte te trekken, dan ik de schoot en het zeil naar binnen sleuren en Noud de spinnakerval rustig uitvieren. Wat er verder vandaag ook gebeurt: de spinnaker is weer een keer mooi drooggewaaid! Na de sluis bij Enkhuizen willen we toch maar door naar Stavoren. De weersverwachtingen deze zomer blijken buitengemeen onbetrouwbaar, we kunnen er eigenlijk niet goed op plannen, dus we hebben in ons hoofd Vlieland voor dit jaar maar geschrapt. We zouden nog wel via de Waddenzee naar Harlingen kunnen, en vandaar door naar Leeuwarden. Daar willen we graag nog even heen. In Stavoren kunnen we nog kiezen of we via de Waddenzee en Harlingen of binnendoor via Grou gaan.
De spinnaker gaat er niet meer op, de wind zit nu iets noordelijk van west en dat is er geen goede koers voor. Als we op een derde van de afstand zijn zakt de wind verder in. De windmolens op de wal draaien nog maar nauwelijks, dus we doeken de zeilen op en motoren verder naar Stavoren. We gaan aan de gratis gemeentesteiger in de buitenhaven liggen. We kunnen dan gemakkelijk weer naar buiten voor het rak naar Makkum en de sluizen van Kornwerderzand. We liggen dit keer goed, kop op de binnenkomende golven, wind iets over stuurbsoord, waardoor we van de steiger afgeblazen worden.
Als we in Stavoren eenmaal goed liggen is het nog prachtig weer. De verwachtingen voor morgen zijn weer eens regen, dus we besluiten in elk geval een dagje te blijven. De verwachtingen komen uit ditmaal, hoewel ere ook pauzes tussen de buien zijn. Tegen de avond klaart het op, maar de wind begint aan te trekken en voor morgen wordt er erg veel wind verwacht. Dan liggen we hier niet goed, want de gemene golfslag komt vanaf het IJsselmeer hier recht naar binnen. Aan het eind van de middag stelt Noud voor om nu alvast naar binnen te gaan. We hebben voldoende eten voor een paar dagen aan boord – en drinken gelukkig ook – en we kunnen naar de Nije Krúspôlle, een mooi eilandje in de Fluessen met een beschut haventje erin. We komen er rond half zeven aan, en vinden een plek langs het grasveld, aan de westkant, dus hoger wal als de wind gaat doorzetten. We kunnen nét aan wal komen met onze diepgang. Waarschijnlijk zitten we een beetje in de prut, maar dat hindert niet. We leggen wel de loopplank uit, want het land is erg laag vergeleken met het hoge vrijboord van Heerenleed. We zetten alle mogelijke landvasten en een dikke voor- en achterspring, want als het vannacht rotweer wordt willen we er écht niet uit. De temperatuur is intussen ook gekelderd, dus we halen de Zibro oliekachel te voorschijn en stoken het behaaglijk warm. Buiten fluit de wind intussen alweer door het want. Hier blijven we dus ook een dag liggen. Lezen, de aquarelspullen komen tevoorschijn, de kachel is aan, en op tijd naar bed. We komen niet van boord, want met dit weer hebben we buiten niets te zoeken.
Ook de route via Harlingen valt nu af. We zijn al een stukje het land in en we gaan niet weer terug naar Stavoren. De volgende ochtend is het opgeklaard. Het wordt Grou. Ik maak nog wat panorama’s van dit eiland en we vertrekken.
Noud heeft de lichtweerfok, een gigantisch ding, tevoorschijn gehaald, want die moet ook droog. Niet helemaal zo groot als de spi, maar wel veel zwaarder. We hijsen hem en gaat het meer dan hard genoeg de Fluessen op en dan het Heegermeer. Dan via de Jeltesloot het Prinses Margrietkanaal op waar de grote genua eraf moet voor de brug bij Uitwellingerga. We zijn er vlot door, maar het ding is toch niet zo gemakkelijk even snel te strijken, dus we zetten de rolgenua weer, en daarmee zeilen we de rest van het traject tot de brug bij Âldskou dwarsligt en we nu alles strijken. De laatste paar mijlen naar Grou motoren we. We proberen in Grou een plekje aan de kade in het dorp te vinden, maar alles is dik bezet. We hebben geen keus, we moeten naar de passantenhaven aan het Margrietkanaal. Ik haat die haven, want er is maar één plek waar je langszij kunt meren en die is altijd – nu dus ook – bezet. Dat betekent dat we een veel te grote box in moeten, met maar een half dun zijsteigertje en palen die veel te ver uit elkaar staan. zodat je nergens goed bij kunt. Om alles compleet vreselijk te maken heb je hier de wind altijd dwars op de box, en vandaag dus een beetje meer, schuin van achteren. Noud legt stootwillen aan bakboord om de boot tegen de zijsteiger op de vangen, want die is lagerwal. De wind drukt de bakboordszijde tegen de zijsteiger en, terwijl Noud voor de boeg afhoudt en ik de achterlijn probeer strak te trekken drukt de zijsteiger gauw de stootwillen omhoog en maakt een diepe schaafwond in de nieuwe verf. De conversatie van dat moment zal ik hier niet weergeven, maar Grou’s passantenhaven staat voortaan op de Nee-lijst. Na een borrel proberen we het maar achter ons te laten, maar de eerste schram doet altijd extra zeer. Als we even naar de winkels zijn geweest zien we een groepje bijzonder getuigde bootjes aan de wedstrijdsteiger liggen. Een groep gehandicapten, waarvan enkele zeer zwaar, worden met helpers in de boten geholpen, waarna ze zelfstandig kunnen gaan zeilen. Een fantastisch initiatief, we kijken er met plezier naar hoe een zeer zwaar gehandicapte met zo’n boot de andere deelnemers in de groep ( het zijn trainingswedstrijden) ongenadig klop geeft. Dan krijgt onze schram een andere dimensie, denken we maar.
Het is 13 september, en nog vrijdag ook, als we vertrekken uit Grou voor nog even een bezoekje aan Leeuwarden. Maar wij vinden dat wij gisteren al de bijbehorende pech hadden, dus we gaan niet uit van brokken. We kiezen voor de route via Warten, daar zitten maar twee bruggen die voor ons open moeten. we genieten altijd van het vaarwater van die route, kleine watertjes met weidse uitzichten. De bruggen van Warten vragen geen bruggeld meer, dat is kennelijk sinds kort afgeschaft. De smalle doorvaart van Warten vraagt wat concentratie maar is probleemloos, en de verdere route is vooral fotogeniek, met het piepkleine Warstiens als juweeltje in het groen.
Al snel na Warstiens komen we op het Van Harinxmakanaal, vroeger berucht door de vele bruggen met lange wachttijden. Maar intussen heeft de Drachtsterbrug plaatsgemaakt voor een aquaduct. Er zijn nu nog maar een paar bruggen in de hele route naar Leeuwarden. Alleen de beide spoorbruggen zorgen voor wat wachttijd. Maar we zijn uiteindelijk al vrij vroeg in Leeuwarden en we vinden weer een mooie plek aan de Prinsentuin. Opvallend is dat ook de € 7,00 doorvaartgeld voor de stad verdwenen is. Anders dan in de afgelopen jaren komt er weer een havenmeester langs want het betalen per automaat was kennelijk toch niet zo’n succes. We brengen een paar dagen door in Leeuwarden. Het is en blijft een prachtige en gezellige stad, die door ‘Holland’ grondig ondergewaardeerd wordt. We ondernemen een lange wandeling naar de enige leverancier in Nederland van Alladin-onderdelen. We hebben een antieke, of in ieder geval oude Alladin olielamp die al jaren een onderdeel mist en sinds afgelopen jaar ook een nieuw glas nodig heeft. We lopen drie kwartier om de winkel te vinden, en uiteraard ook drie kwartier terug. De lamp werkt weer. We proberen hem uitgebreid uit aan boord, maar hij is wel erg groot en hoog en vooral kwetsbaar. Dus we besluiten dat hij weer mee mag naar Madeira, waar we hem een mooie vaste plaats gaan geven. Het weer is aardig, hoewel niet warm en we liggen niet zo gunstig om wat zon op het schip te krijgen. Maar er is altijd iets te zien. Tot en met een heuse Venetiaanse gondel, met een gondoliere die helaas (of misschien wel niet) niet zingt.
Inmiddels zijn de weersverwachtingen niet geweldig. We besluiten na na een paar dagen Leeuwarden terug te varen naar de werf. We hebben nog genoeg najaarskarweitjes aan boord, en met het heersende weertype zullen we elke mooie dag die nog komt dit najaar hard nodig hebben. De terugtocht leggen we in een paar uurtjes af. Noud belt met de werf en Anneke Bolt zegt ons dat ‘onze’ plek vrij is. We maken vast en bereiden ons voor op het werk dat op ons afkomt. Maar daarover later meer!
Hallo Noud en Peter,
Dank voor het verslag van jullie belevenissen deze zomer.
Heb er van genoten! Prachtige foto’s en filmpjes!
Nederland in vele facetten.
Groeten,
Anneke
Ach, ik vind het ook leuk om te doen, en heel wat keren als we twijfel hebben wanneer we waar waren en wat we daar deden, dan is dit het archief waar alles instaat. Ook de foto’s hebben zo een wat breder nut dan alleen in een mapje te zitten. We drukken daarom ook nooit meer iets af. het scherm is geduldig!
Het is trouwens ook altijd leuk zo nu en dan wat terug te horen! Groeten terug en waarschijnlijk wel tot binnenkort!
Wat een prachtige verhaal en mooie foto’s! Vandaag was het weer ook weer dramatisch. Wanneer gaan jullie naar Madeira? Liefs van ons
Dank je, Jeanette, ja verschrikkelijk vandaag hè? Gelukkig hebben we nog wat binnenwerkjes te doen. We vliegen 29 oktober. Wanneer gaan jullie weer?