We waren wat voorbarig toen we in het vorige bericht lieten weten dat de facelift van Heerenleed klaar was. Toen we dit voorjaar weer aan boord kwamen viel ons oog op de opbouw, die, nu de romp zo prachtig in de nieuwe verf staat, schreeuwt om een onderhoudsbeurt. Nu de masten er nog af zijn, besluiten we de hele bovenbouw te schuren, inclusief de kuip, en het schilderwerk zelf door Ralf, die onze romp ook zo mooi maakte, te laten schilderen. Het was natuurlijk weer een heel karwei, alle randjes, hoekjes, lastig bereikbare plekken, en dan het afplakken van alles wat hout is – daar is Noud een volle dag mee bezig geweest – maar uiteindelijk konden we de schilderloods in. Daar moesten we nog de grote ramen van de salon verwijderen, die dermate verweerd waren dat we er al langere tijd niets meer door zagen, en waarvoor het nieuwe materiaal intussen is afgeleverd.
Als de ramen zijn verwijderd maken we de randen eromheen vrij van kit, en we schuren ze, zodat Ralf ook daar straks kan schilderen. Het is uiteraard weer een heel gedoe. We werken onder tijdsdruk, want we hebben een dag minder dan gepland. Mijn laatste tante, mijn moeders jongste en favoriete zusje Greetje, is overleden en we willen naar haar uitvaart. Velen van jullie zullen zich haar nog herinneren uit eerdere verhalen. Greetje had een paar moeilijke laatste maanden, en haar vertrek is niet alleen droevig maar ook genadig. En waardig. Ik heb haar kort geleden nog kunnen bezoeken en mijn laatste herinneringen aan haar heb ik een plaats gegeven als één van mijn spinsels.
Het is intussen Pinksteren. We hebben met Ralf afgesproken dat we pas vrijdag na Pinksteren terugkomen naar Drachten. De opbouw wordt dinsdag en woensdag na Pinksteren geschilderd, en donderdag is nog nodig om de verf te laten uitharden. Het is warm genoeg om de twee-componentenverf goed te laten uitharden voordat we beginnen met het plaatsen van de nieuwe ramen. Dat plaatsen gaat niet zo simpel al we het ons dachten te herinneren van de vorige keer, lang geleden. Dat komt mede omdat we ander materiaal gebruiken. Nu is het perspex, en dat laat zich minder makkelijk zagen dan lexaan, dat weer andere karakteristieke problemen heeft. We hadden in één dag klaar willen zijn, en dan Heerenleed weer naar buiten willen laten rijden. In de loods kunnen we niet echt aan boord bivakkeren. We kunnen de douches en de gootsteen niet gebruiken. Buiten kan dat wel, want daar loopt het afvalwater weg in de daarvoor bestemde bezinkput. Temidden van de werkzaamheden komt onze vriend Zeger onverwacht, helemaal uit Amsterdam naar Drachten gereden om te zien hoe we vorderen. Iedereen is het erover eens: we gaan dit niet redden vandaag, dus Noud haalt bij de Gamma een dekzeil, en dat gaat over de salon heen. Zo kan Heerenleed naar buiten en we kunnen in rust deze lastige klus klaren. De dagen die volgen zien het ene na het andere raam geplaatst worden, en tenslotte zitten ze er alle vier in en, niet onbelangrijk, ze doorstaan de proef met de waterslang. In de opvolgende dagen komen er nogal wat dikke onweersbuien over, en de ramen blijken niet alleen helder en doorzichtig ( dat is wel wennen) maar, o vreugd, ook waterdicht.
Er wachten nog andere klussen. Eéntje is een erg smerig werkje. Het demonteren van de pomp van het voorste toilet en het schoonmaken ervan, gevolgd door het plaatsen van een vervangende set terugslagklepjes en een nieuwe membraam. Dit toilet is doordat we op de wal staan al een half jaar niet in gebruik, maar daar ruik je helaas niks van. Het blijkt toch vlotter te gaan dan gedacht, maar het is precies zo’n smerig werkje als we al dachten. Noud verdwijnt met de gedemonteerde pomp van het schip af en spuit eerst de boel maar eens af, dat scheelt. dan alles minutieus van kalk (die niet alleen uit kalk bestaat helaas) verwijderen, de nieuwe onderdelen monteren en dan ben ik weer aan de beurt om de gereviseerde pomp terug te plaatsen. Allemaal zeldzaam impopulaire werkjes, maar het moet gebeuren. We zetten de toiletpot vol water en pompen hem moeiteloos leeg. De echte proef komt pas als we weer in het water liggen.
Voordat we te water kunnen hebben we nog een paar andere klussen die moeten gebeuren: het roer moet weer gedicht worden en in de epoxycoating. Dat doen we elk jaar, want roeren hebben altijd last van inwatering. Daarom boren we ieder najaar een paar gaatjes onderin het roerblad, zodat eventueel water, en dat is er eigenlijk altijd wel, weg kan lopen en het binnenste van het roer weer kan drogen. Voordat we te water gaan moeten die gaten weer gedicht worden, krijgt het roer een schuurbeurt en gaat het in de epoxycoating. Verder maken we twee aan twee de steunen los, waarmee Heerenleed op de bok ondersteund wordt. Er is genoeg steun over, vooral bij rustig weer, zoals nu, en zo kunnen we de plekken onder de steunen eens een goede laag epoxycoating meegeven. Tenslotte laten we onze ankerketting uitlopen. We willen hem inspecteren, de kettingbak schoonmaken van alle opgehoopte en ingedroogde modder (geen overbodige zaak) en we willen nameten op welke lengtes we ook al weer de markeringen op de ketting hadden aangebracht. Het blijkt op 20, 25, 30 en 40 meter te zitten. Ik schrijf het maar op, voordat we het wéér vergeten.
Tenslotte kunnen we te water. Dat betekent niet het einde van de werkzaamheden, want de motor heeft nog een koelwaterlek en Zeger komt dat voor ons repareren. De dag dat we te water gaan, het is maandag 24 juni, komt Zeger om ons daarbij terzijde te staan. Zodra ze met de boot beginnen te rijden schiet Noud in de stress en de kalme aanwezigheid van Zeger helpt altijd enorm. De tewaterlating en het op de hand verhalen naar wat Anneke Bolt altijd heel lief ‘onze plek’ noemt gaat zonder strubbelingen en we zijn blij met een drijvende Heerenleed, hoewel de bewegingen zonder de masten erop nog wat bruusk zijn.
Op dinsdag gaat Zeger in de weer met het koelwaterlek. Het zit in de oliekoeler, en het lek is ontstaan door een oude anode die – zoals het hoort – is verteerd, maar waarvan de stalen basis is weggeroest en dat hoort niet zo. We hebben geluk! Zeger peutert wat in het lekje en er valt roest uit, en er komt een bronzen busje tevoorschijn met een schroefdraad, ook nog metrisch, waarin een gewoon boutje kan worden gedraaid. Zeger zaagt er eentje op de juiste lengte, en draait hem erin met teflonband. Intussen gaat het deksel weer op de brandstoftank, alle leidingen worden aangesloten en als Noud terugkomt van de benzinepomp met 120 liter dieselolie kunnen we proefdraaien. Zeger loopt alles na en komt met zijn duim omhoog tevoorschijn! Super gelukt!
Dan komt er nog een zenuwslopende klus. Het terugplaatsen van de masten. We laten de masten alvast klaarleggen, zodat we ze kunnen schoonmaken, alle lijnen en de verstaging kunnen controleren, de zalingen weer kunnen monteren en de fokroller controleren. die laatste mankeert niets zichtbaars, alles draait soepel, maar zonder te worden belast wil dat nog niet zoveel zeggen. Zeger ontdekt uiteindelijk van welke makelij de roller is: South Coast Rod Rigging Co. Al sinds 1970 failliet. Maar het geeft enige houvast voor wat betreft de constructie. Voorlopig laten we hem zo. Alles wordt donderdag klaargelegd voor het plaatsen en dan heeft Heerenleed plotseling haar masten weer. Het begint weer een zeilschip te lijken!
Zeger is weer terug naar Amsterdam, de komende dagen gaan we de masten rechtzetten en uitlijnen en de andere werkjes doen die ons nog wachten! Meer volgt natuurlijk!
Prachtige versiering? Lelijk ding. Zonde voor dat mooie schip
Mooie beschrijving Peet, en ik zie de volgende zoektocht per mail al weer voorbij komen. 🙂
Soutch Coast Rod Rigging Co.
is het misschien South???
hahaha! Het is ontzettend South. Heb het inmiddels ook veranderd. Maar zoeken, nee, dat doen we nu nog niet. Eerst eens kijken of er meer documentatie van te vinden is. Onderdelen zullen er echt niet meer zijn. Maar dat gaan we t.z.t. wel zien!
Het is weer mooi geschreven Peter.
De boot ligt er geweldig bij maar o jee dat rode ding …………
maar oke daar heb je straks ook weer genot van.
ik wens jullie een prachtig vaarseizoen met schitterend weer.
Hahahaha dat rode ding, ja. We kunnen alleen maar hopen dat we er genot van hebben, behalve dan dat het een prachtige versiering voor Heerenleed is 🙂 .