toch nog…

Square

De beloofde eind juni of begin juli voor een nieuwe update is het dus niet geworden. Allereerst waren we dus naar Frankrijk, waar we drie weken op het huis van Marja en Tineke pasten, of liever, op de katten en op de ezels. Alleen de ezels lukte echt, een van de twee katten vond het maar niks, al die vreemden, en ook nog met een kattenhater (de hond Dante van Toos en Leo, die met ons mee waren) en liet zich gewoon niet meer zien. Gelukkig is de kat na ons vertrek weer uit haar verstek tevoorschijn gekomen, mager maar gezond. De ezels lieten zich geen onzin van Dante welgevallen. Hij probeerde ze luid blaffend te intimideren, maar zij konden nog veel meer lawaai maken. Dus uiteindelijk liet hij ze met rust. Intussen hielden we ons daar met maar heel weinig bezig, een boodschapje, een drankje op een terras of aan huis, Noud en Leo maakten een politiek weinig correcte maar overheerlijke foie-gras mi-cuit of twee en Toos en ik haalden onze aquarelspullen te voorschijn om het één en ander vast te leggen.

Het huis van Tineke en Marja De ezels in de regen Ons stamterrasje Le Couvent van Anysée ommuurde boerderij in Bélaye (Lot) vallei van de Lot vauit Bélaye

Na onze terugkeer hebben we helaas de nodige tegenslagen gehad, die allemaal flink vertragend werkten. We wisten eigenlijk al dat begin juli te water al lang niet meer haalbaar was. Niet getreurd, we hadden nog genoeg te doen voordat we weer toonbaar te water konden. We waren het er nog steeds niet helemaal over eens hoe nu het achterste deel van het al uitvoerig besproken nieuwe potdeksel zouden gaan maken. En zoals zo vaak: hoe langer je erover gaat nadenken, hoe meer je gaat twijfelen.

Intussen is Heerenleed zover dat ze te water kan. Op zich een mijnpaal. De dag voordat dat gebeurt breekt er nog even een hendel van de huidafsluiter van de toiletaanvoer. Dat kunnen we niet hebben, maar gelukkig laat de oude zich gemakkelijk van de doorvoer afschroeven en heeft de werf een nieuwe in de juiste maat, die ik er zelf in kan zetten. Het te water gaan wordt er spannender door: is alles nog wel dicht en drijven we nog wel?

IMG_20150806_201322.jpg

Gelukkig, we drijven nog. Tijd om de bezaan te plaatsen, en de dagen die volgen worden besteed aan het langzaam weer optuigen van Heerenleed. We kunnen zowaar alle lijnen en blokken in een keer vinden, en weten ook nog wel wat waar hoort. Doordat de romp opnieuw geschilderd is moeten we ook nieuwe belettering. Toen we de vorige belettering zetten had nog vrijwel niemand de letters groot op de zijkant van de romp. Nu heeft de halve wereld het, dus tijd om weer terug te gaan naar de klassieke vorm: naam op de boeg, thuishaven (we hebben een nieuwe) op de spiegel. We vinden heel wat beletteraars in Nederland, allemaal behoorlijk aan de prijs, behalve de Sticker Factory in Drachten, die ons voor 25 euro een set van twee nieuwe naamstickers en een thuishavenstocker levert. En ook nog in hun bedrijfsvakantie. Als je een nieuwe naam op je schip wilt, zeker even Googlen, ze leveren via internet.

IMG_20150807_171105.jpg

Intussen zijn we nog niet klaar. Nadat de reparatie aan de keerkoppeling, die gepland was, door Geert van Jachtwerf Bolt was uitgevoerd, bespraken we het verdere onderhoud aan de motor. Geert adviseerde ons dringend toch in elk geval de impeller (het schoepje) in de koelwaterpomp te vervangen. Een kort onderzoek leerde dat we dat zelf echt niet konden. Normaal gesproken is dat gemakkelijk, hoewel je er soms niet echt leuk bij kunt. De makers van onze onvolprezen Perkins diesel hadden het anders bedacht. De hele startmotor moet verwijderd worden, en een grote extra dynamo. En dan nog kun je er niet echt bij. Wij zijn altijd als de dood dat we meer kapot maken dan repareren, dus de werf wordt te hulp geroepen. Geert heeft geen tijd, want die heeft door de tegenslag van een ander al vertraging opgelopen, dus Peter Bolt komt eraan te pas. Hij heeft na veel vijven en zessen de impeller eruit. En zie: er is maar een derde van over of zo. Dus echt hoogste tijd. De nieuwe impeller zit er zo in, en er komt best veel koelwater. Maar Geert is het er niet mee eens. De afgescheurde schoepjes zitten ergens in het koelsysteem en die moeten eruit, anders blokkeren ze koelkanalen van de warmtewisselaar. Intussen heeft zich een volgend probleem gemanifesteerd: een lekke brandstofpomp. En dat wil je echt niet. Nadat Peter Bolt een dag opgevouwen in de motorkamer zwetend van al het felle en dus hete lamplicht had doorgebracht besluiten we om dan de kuipvloer er maar uit te halen.  De warmtewisselaar wordt, samen met een lading leidingen en andere  ongein, verwijderd waarna de boosdoeners kunnen worden opgezocht. Noud maakt de legpuzzel en we weten nu dat er geen rotzooi meer in het koelsysteem zwerft.

de restanden van de impeller puzzel we hebben alles gevonden Peter Bolt in de motorkamer, die nu even geen dak heeft.

 De boosdoener van de lekke brandstofpomp is een paar rubberen O-ringen, van 5 cent per stuk, maar de moeilijkheid van het vervangen zal wel zorgen voor een wat hoger bedrag. Uiteindelijk zit alles weer en kunnen we proefdraaien. Net als we denken dat alles goed is zien we een regelmatige drup onder de motor in de vangbak terecht komen. Peter Bolt komt erbij, en na wat zoeken vindt hij een forse olielekkage. Dat wil je dus ook al niet. Het blijkt een aansluiting naar een – niet functionerend – oliedrukalarm te zijn. Motorgoeroe Geert keurt het noodplan goed: de aansluiting wordt afgedicht en het alarm voorlopig buiten gebruik gesteld.

Intussen hebben alle motorische tegenslagen ons extra tijd gegeven om het potdeksel nu helemaal klaar te maken. We gaan terug naar plan één: een serie kleine delen hout over de bol lopende spiegel. Die kunnen dan met de bandslijper in vorm worden geschuurd. Het ziet er maar raar uit als we met epoxy de plankjes op het schip hebben gelijmd. Maar na schuren en de eerste laag met epoxy-injectiehars ziet het er goed uit.

de plankjes worden gefreesd het ziet er nog wat raar uit helemaal goed na het schuren en de eerste laag epoxyhars

 Dan kunnen we eindelijk de grote bende aan boord opruimen en langzaam maar zeker bereiden we ons voor op vertrek. Een beetje op eieren varen we dan weg, nog even flink aan de grond lopend op de veel te ondiepe invaart van de jachthavens van Drachten. Maar dan zijn we weg – zoals te verwachten in de stromende regen – en willen naar een bekend plekje buiten Warten voor de nacht. Maar daar is het vol, dus we varen maar door naar Leeuwarden. Hier komt onze vriendin Toos aan boord, een week later dan gepland wegens uitgelopen werk en dus een geprolongeerde puinhoop. Maar mét een compleet potdeksel. Heerenleed ziet er weer goed uit. Als de techniek nu ook goed blijkt – het duurt altijd een poosje voor het vertrouwen in gerepareerde kapotte zaken weer terug is – dan kunnen we nog een leuk aantal weken varen dit seizoen. We houden jullie op de hoogte.

aan de Prinsentuin in Leeuwarden

Comment

One Reply to “toch nog…”

Comments are closed.